Wat een rijk prentenboek. Wat een mogelijkheden. En niet alleen voor jonge kinderen. Het kleurrijke omslag, met speelse belettering, springt in het oog. Het zichtbaar plezier en de toewijding waarmee aan ‘Als ik uit het raam kijk’ is gewerkt valt op.
Een eerste keer doorbladeren laat je al direct verschillende onderwerpen waarnemen. De begrippen vliegen rond je oren. Ook de letterlijke oren van het knuffelkonijn waartegen de hoofdpersoon spreekt en die de wacht houdt om te zien wat er in hun blikveld gebeurt: ‘Kijk, Konijn!’ en je kijkt mee. Je registreert onderwerpen dichtbij en of verder weg in de belevingswereld van een jonger maar ook ouder kind. Eén ervan: perspectief zien en het leren inzien is een verdiepende die op meerdere vlakken op te pakken valt, terwijl de verhaallijn over het verhuizen van een vriendje al aanmerkelijk wat emotie en gesprek kan opleveren.
Yvonne Lacet haar werk heeft een opmerkelijke eigenheid waardoor je bij een volgende creatie, zeg maar gerust project, gelijk alert bent. Bijv. het geweldige Hier zijn draken waarin fantasie en natuur ogenschijnlijk eenvoudig een grote rol spelen. Natuur en ruimtelijke ordening zijn onderwerpen die terugkomen in boeken en omslagen. Wie kent niet het 2.0 omslag van Films die nergens draaien, het zo treffend strakke Duizend & Ik en het kleurige maar zo doordachte van ‘De chaos in Lois’?
Het stedelijke kenmerkt naast het zeer ambachtelijke ‘Als ik uit het raam kijk.’ Op haar Instagramaccount heeft Lacet delen van het productieproces getoond. Ieder huis, ieder object, elk detail van klein tot miniem is apart ontworpen, uitgesneden en gekleurd waarna iedere scène is geconstrueerd, gefotografeerd met waarneembare diepte en schaduw waarna alles is samengebracht tot het geheel dat dit prentenboek zo bijzonder maakt. De creativiteit van dit conceptuele bouwpakket spat er aan alle kanten vanaf, kijk bijv. naar de regendruppels als tranen, de lichtval, het beperkte zicht, de schaduwweergave van Konijn. De knuffel die na een tijd ook niet meer ongeschonden is.
Het meisje vertelt vanachter het gordijn met haar vertrouwde Konijn over ‘het uitzicht van toen’ en laveert de lezer doorheen het verhaal naar het uitzicht van nu. Ze heeft haar knuffel voor het raam geparkeerd en samen kijken ze door een verrekijker naar de overkant waar Mo woont. Het vriendje gaat met hond Banjer en zijn knuffel Beer verhuizen. Ze telt af met Konijn. Eerst over pas 100 dagen en dat duurt lang, 84 en genoeg tijd, dan al over vijftig dagen en gaat het snel, zestien dagen, nul, geen dagen meer en mistig leeg. Dan begint het tellen omgekeerd opnieuw, gebeurtenissen blijven voorbij komen, herinneringen worden getracht vast te houden totdat er iets anders verschijnt in het beperkende zicht van de verrekijk-cirkel. Een melancholische ondertoon sijpelt vanzelf en begrijpbaar door in dit eerste deel van het verhaal.
In de verrekijk-cirkels zit een tweede verhaallijn over de activiteiten die ze samen als vrienden ondernemen. Beste vrienden delen alles dus Mo’s vlieger is ook van haar deelt ze mee. Beiden ‘verrekijkeren’ en wisselen daarmee kleine gebeurtenissen in het straatbeeld uit. Soms tellen ze even niet hoe lang maar hoeveel van iets. Het buitenspelen waaronder het verstoppertje spelen brengt haar op een idee. ‘Als Mo zich nou voor altijd verstopte?’
Uit de afgeronde cirkel van afscheid nemen m.b.t. verhuizen, verdrietig zijn, verwerken, acceptatie en verdergaan blijkt de veerkracht van een kind. Het tijdsverloop is ook op te merken door aanwijsbare veranderingen in de schutbladillustraties waar het meisje beide keren voor het raam staat en eenzelfde foto aan de wand hangt als die in de ‘puinhoop’ van verhuisdozen bij Mo en zijn hondje ligt.
Een volgend onderwerp dat voor veel kinderen, zeker in een iets grotere woonplaats, herkenbaar zal zijn is dat je vertrouwde omgeving niet alleen door verhuizing van mensen maar ook door bebouwing kan veranderen. Bomen die verdwijnen, huizen worden afgebroken of zoals in dit verhaal komt er ‘een stom flatgebouw’ te staan achter Mo’s vroegere huis. Maar: in die flat blijkt een kind te komen wonen die ook van ‘verrekijkeren’ houdt! Er verschijnt letterlijk en figuurlijk zonnig licht in ‘Als ik uit het raam kijk’. Door veranderend perspectief wordt een blikveld verruimd.
Naast deze grote veranderingen zie je terugkerende en of juist verdwijnende details die zoek- en kijkplezier geven. Kijk op de daken, op de stoep naar rondzwervende spullen, in de vensterbanken of het doorkijkje in een tuin en zoek lampen in het donker. De ideeën voor een creatieve opdracht liggen voor het oprapen. Of het nu bouwen is met lego, het maken van een huis op schaal of de opzet tot een maquette en een planologische opdracht. Of eenvoudiger: teken een straat of boots een scène uit een ander verhaal na in de lijn van dit prentenboek. Een schrijfopdracht: wat zie jij als je uit het raam kijkt? Of in je droom?
In de tekst van Yorick Goldewijk schuilt veel. Het begrip tijd in allerlei vormen is niet te missen. Van ooit tot lang en altijd tot nooit en wanneer is iets voorbij. Het is geweldig om woorden als verrekijkeren, grasworstelen en katklauteren voor te lezen in de fantastische geest van een kind. Het proces van afscheid nemen wat feitelijk voor dit meisje ook een vorm van rouw is wordt mooi verwoord: ‘Waarom blijft alles maar voorbij waaien? / Al achtentwintig dagen is hij weg. / Kon ik alles maar naar binnen blazen.’
Er is veel om over na te denken in dit boek, het geeft volop handreiking voor gesprek. Het maakt nieuwsgierig tot welke uitspraken een zin als deze zal leiden in een bovenbouwgroep: ‘Ik wou dat ik deze dag kon uitscheuren. / Dan zou ik er een prop van maken en die zo ver weg gooien dat hij niet meer bestond.’
Welke praktische handeling volgt? Wordt er getekend, gegooid of komt er een abstracter filosofischer gesprek tot ontwikkeling?
Het keer op keer bladeren van plaat naar plaat geldt ook voor de tekst. Je blijft teruglezen en genieten van de taal, glimlacht bij ‘Fladders’, ziet de vlieger en denkt aan zomer, geniet van de vanzelfsprekende vriendschap of het nieuwe contact leggen en het nuchtere concluderende ‘zo werkt dat’ en als je het dichtslaat lach je nog een keer om Beer op de achterkant.
‘Als ik uit het raam kijk’ is een zowel geweldig als prachtig prentenboek over verhuizen, afscheid nemen, vriendschap en wonen waarin abstracte begrippen, perspectief zien en blikveld verruimen als vanzelf zijn ingekaderd. Doordacht en zorgvuldig samengesteld, kleurrijk in illustratie en tekst, mede door enorm veel tijd, creativiteit en zorgvuldige vormgeving. Maar wat is tijd, hoe druk je je daarin uit? Zet het op de plank wonen, bouwen, verhuizen, emoties en dus ook even bij het pictogram filosofie.
Unieke aanrader voor veel leeftijdsgroepen door ruime toepasbaarheid op verschillende niveaus. Wat is dit genieten van Kunst! Tijdloos.
Yorick Goldewijk, Als ik uit het raam kijk, Yvonne Lacet, Ploegsma, 2025, 40 blz., 9789021686127
Ander werk van Goldewijk en of Lacet op Lezersgoud:
Yvonne Lacet & Yorick Goldewijk – Hier zijn draken
Yorick Goldewijk – Duizend & ik, ill. Yvonne Lacet
Yorick Goldewijk – Films die nergens draaien, ill. Yvonne Lacet
Yorick Goldewijk & Jeska Verstegen – De boom die een wereld was
Yorick Goldewijk – Grijs ijs met haren, ill. Katrien Holland
de titels zijn in diverse verzamelitems genoemd, ook De chaos in Loïs.
