5 december 2025

Zomerlezen dl. 2 – Alle tijden zijn onzeker, Damian, Het volle leven, Dulf, Satori in Parijs, De zomer van ’47

Deel 2 in dezelfde opzet als Zomerlezen dl. 1 – lezen zonder dat een bespreking wordt verwacht, leesplezier staat voorop en de leesstapel omlaag. Per zes gelezen vakantie- en of zomertitels een overzichtje met stukje inhoud, beleving of een paar quotes. Voor mijzelf om te onthouden, voor een andere lezer bij interesse om misschien ook te lezen. Sommige stukjes werden stukken.

Joke van Leeuwen, Alle tijden zijn onzeker – Querido

Na Feest van het begin terug in Parijs, nu in het jaar 1783 en dus ook met historische setting. Marie Antoinette wordt nergens bij naam genoemd, maar wie enige kennis heeft van de Franse geschiedenis weet wie met ‘De Buitenlandse’ wordt bedoeld zo zij consequent door o.a. de twee figuren Gaston en Pierre worden genoemd. Ook het stel Vince en Marie betitelen haar op die manier. Zij kunnen haar ontwaren bij het oplaten van de eerste bemande luchtballon – met dieren, (lees hiervoor ook Wolvenhart ! van Van den Brink/Wouda).

Een enorme belevenis in de tuinen van Versailles – je maakt de locatie op uit de beschrijving, zeker als je vanuit Parijs dit paleis met goudverf hebt bezocht. Dieren komen op verschillende punten voor in de roman, je ziet en ruikt ze bijna.
De ballonvaart: door het prentenboek van Charlotte Dematons, Parijs en het bezoeken in 2025 van de tentoonstelling in het Kunstmuseum zie je alles zo voor je. En wat dacht je van de Olympische Spelen in Parijs met als ‘vlam’ de luchtballon?

Dat ‘alle tijden’ onzeker kunnen zijn komen door de politieke en maatschappelijke aspecten naar voren. De macht en onmacht t.a.v. rijk en arm. Het kwaadspreken over door geen kennis hebben van of juist zich niet verdiepen, argwaan (bijv. vaccinatie De inoculaties zouden volgens dat pamflet bedoeld zijn om expres ziektes bij de mensen in te spuiten, zodat ze geen kracht meer hebben om in opstand te komen), onvrede, ongeletterdheid, propaganda, het vrouwonvriendelijke of geld verdienen ten koste van – veel is terug te zien of te herleiden. De vrouw als Buitenlandse moet het ontgelden, Ga trug naar je eige lant., maar ook hoe onnozel kun je zijn dat je ervan overtuigd bent door een grootmoeder (eigen) geld te geven en een kind af te nemen dat dit kind een betere toekomst zal hebben? – en tegelijkertijd niet beter weten door opvoeding en afkomst.

De standsverschillen in die tijd worden door slechts enkele personages op te voeren duidelijk. Vince en Marie verkeren in een meer gunstige positie dan de aan de maatschappijrand levende Gaston en Pierre. Gaston is bijna gevaarlijk overtuigd van de waarheid van de teksten. Pierre nog meer door onwetendheid. Marie werkt als én vrouw én letterzetter in vaders drukkerij. Aan de ene kant een geluk, aan de andere kant zit ze gevangen door haar talent. Alles wat vader wil moet worden gezet, ook als ze teksten leest of prenten ziet waarmee ze het niet eens is. Maar Marie moet zich ook eens richten op wat de taak van de vrouw is. Een vrouw verstoort het evenwicht op de werkvloer.
Vince ontlokt je een glimlach, heeft zowel opportunisme als ambitie in zich. Hij wil door zijn experimenten op straat de ogen openen van het gewone volk. Maar Vince, hoeveel denk je dat die mensen overhebben voor het openen van hun ogen waarvan ze zelf zullen denken da die al open zijn? Misschien hebben ze het geld niet eens.

De verhaallijnen komen samen en geven afzonderlijk aan hoe kwetsbaar een samenleving is. Door de drukkerij is een lijntje naar het kantoor van Charlie Hebdo snel gespannen. Geschiedenis van alle tijden? Een langer stuk ontstaat vanzelf bij een Van Leeuwen waarbij lang niet alles is genoemd, want over taal, humor en opbouw kun je het ook nog hebben. Graag en vlot gelezen waarbij je steeds meer parallellen trekt naar het heden tijdens het lezen over roerige, veranderende en onzekere tijden. Van alle tijden. Nu naast de andere Van Leeuwen op de plank. Goed boek.


Edzard Mik, Damian – Querido

De tekst op de achterkant lees je ook op de eerste bladzijde: Als Damian zijn moeder ergens mee associeert, dan is het wel met harde wind, gure wind, wind die nooit zal luwen en voor altijd door hem heen zal blijven gieren alsof hij uit niets dan kieren en gaten bestaat. Zondagochtend vroeg staat hij te wachten in zijn flat op zijn moeder die door zijn zus zal worden afgezet. Tess vindt dat moeder niet meer alleen kan wonen maar zelf heeft ze geen tijd. Of Damian tijd heeft wordt niet gevraagd, maar kan moeilijk zijn moeder op leeftijd buiten laten staan. Een jongere broer is er ook, daar kom je in de loop van het verhaal e.e.a. over te weten. Damians vriendin denkt en vindt het hare van de situatie. De naam voor Damian zal bewust zijn gekozen.

Maar in godsnaam, wat kan hij eraan doen dat hij met haar zit opgescheept, iedereen zit uiteindelijk met zijn ouders opgescheept, en omgekeerd zitten ouders met hun kinderen opgescheept, waar zou het in het leven anders om draaien dan dat je met elkaar zit opgescheept en het met elkaar moet zien te rooien? Alleen heeft zij de mazzel dat haar ouders zich nog uitstekend kunnen vermaken met hun uitjes, clubjes en reisjes, ze hebben geen zorg of aandacht van haar nodig, maar verwacht ze nou echt dat zij haar portie op een gegeven moment niet ook geserveerd zal krijgen? Haar dan met gelijke munt terugbetalen ligt niet in zijn aard, maar verdomme, een beetje meer betrokken zou ze wel mogen zijn.

Een roman over o.a. verantwoordelijkheid nemen en ontwijken, zorgen, familie, dilemma, reflectie. Beweging speelt een rol door de bijna metaforische wind in allerlei vormen. Beweging en verleden in familie – drie kinderen, waarvan één werkelijk lijkt om te zien naar de mens die een zorgvraag heeft – of die er lijkt te zijn. Want of er werkelijk zorg nodig is, is een twistpunt. Toch ook: Ik snap steeds minder wat alles met elkaar te maken heeft. Of wie zorgt werkelijk? En waar doe je goed aan, wat ís goed en waaróm wil Damian het doen? Wanneer doe je het voor en volgens iedereen goed? Daarnaast is er in het verhaal de zorg voor jongeren, Damians baan. Ene kant mooi dat werk en privé als verhaal samenkomen, wel direct een professionele kanttekening. Hoe verder je komt hoe meer je beseft dat er geleidelijk aan, bijna geraffineerd, een verschuiving optreedt in perspectief.

Ze staart langs hem heen en wijst naar het raam, ‘het blijft maar waaien, hè, het houdt nooit meer op. – Het houdt altijd wel een keer op. Alles houdt wel een keer op.

Een vlotte psychologische lezer die goed in elkaar zit en nadien meer laat nadenken dan je na het dichtslaan eerst had verwacht. Voor een uitgebreide bespreking zou Damian moeten worden herlezen. Afgevraagd waarom niet eerder iets van Edzard Mik werd gelezen? Heeft vervolg.

John Fante, Het volle leven – Oevers

Een boek geschreven in 1952, vertaald in het Nederlands en uitgegeven door uitgeverij Oevers in 2023, een interessant voorwoord van Jaap Scholten, de VS van toen. Het lag al even op de stapel nu mee naar de vakantiebieb. Een heerlijke tijdloze levendige roman voor veranda en strand die je in een no-time met ook een glimlach uitleest. Het Italiaanse temperament klinkt zelfs in vertaling door. Dirk-Jan Arensman heeft mogelijk patent op vertalen van verhalen over het gewone volle leven van midden/westen in de VS, ook een gelezen Vlautin is door hem prima vertaald.

Of er veel gebeurt in Het volle leven? Ja en nee. Het is het leven. Met wat drama. En humor. Er wordt wat geklaagd, gemopperd, gerepareerd, geleden in gradaties en vooral wordt er ook naar elkaar omgekeken met liefde. Het bezoek van Fante aan zijn ouders is vermakelijk, de knoflook, als ook de treinreis, geweldig stuk. Reacties t.a.v. o.a. zijn zwangere vrouw en ziekenhuis of geloof zijn een tijdsbeeld. En dan de termieten. Je ziet alles in het boek als een film voor je.

Het is niet het Amerika van nu in verschillende opzichten, alvast niet van de huidige American administration. Vader Fante in de trein: Ik ben een Amerikaans staatsburger. Al vijfentwintig jaar. Ik heb vier beste kinderen. Ik heb ze opgevoed en dit prachtige land van ons in gestuurd. Ze is een geweldige plek, dit Amerika. Ze is goed geweest voor ons allemaal.
Meer Fante zou welkom zijn in de boekenkast.

Jos Rouw, Dulf – Ezo Wolf

We volgen elkaar al lange tijd op Instagram. Hoe dat zo is gekomen? Waarschijnlijk door een overeenkomende leesinteresse, mogelijk afkomst, komen graag bij eenzelfde boekhandel, eerder ook op de Boekenbeurs, het even aan zee zijn, de einder, de polderblik met akkerbouw, de wind voelen. Jos Rouw schreef al langer voor diverse media, nu is daar een roman: Dulf. ‘Dulve’ in de taal van mijn overkant. ‘Wij zijn overkanten’ met daaronder citaten van Cees Nooteboom en broeder Dieleman.

Dit debuut met een iconisch omslagbeeld moest natuurlijk worden gelezen. De dijk met populieren is een vanzelfsprekende blikvanger voor wie er opgroeide. Boekhandel ’t Spui stuurde een exemplaar en tot onze verrassing kwam er bij Boekhandel Douwes een zeer enthousiast filmpje online. Dulf wachtte op vakantie.

Terwijl in de verte het graan werd gedorst, het zoemende geluid van de combine in de oren, werd Dulf vlot en vooral genietend weggelezen. Een zomerbriesje erbij en je waan je in het Zeeuws-Vlaanderen waarin Dulf van de jaren ’90 zich afspeelt. Gemeenschappen waar iedereen naar elkaar omkijkt of iets over iemand heeft of weet.

Het eigenheimerige, het soms stroeve het soms losse, het dorpse met allerlei pluimage (‘onze lieve Heer heeft vele (rare) kostgangers’) naast het begrip Porgy & Bess, muziek speelt een rol, en zo veel meer komen ook tot uiting. Het vanzelfsprekende kinderen van kleur als gewone klasgenoten mag ook worden genoemd. Een omgeving waar ieder zo’n beetje familie van elkaar is, je door achternaam weet van welk dorp of uit welk buurtschap (dat zeven ûûzen en een verkenskot) iemand komt. Er werd niet voor niets naar je familienaam gevraagd: ‘van wie ben jij er één’.

Dat ‘ieder zo’n beetje familie van elkaar is’ geeft ook iets aan over de karakteristieke hoofdpersoon Leunis. Een type waar men óf ontzag voor had, óf waarover enig smalend werd gesproken. Met de drie verhaallijnen heeft hij zowel een band als enige afstand. Een aantal voorvallen waren toen en ook decennia eerder ‘gewoon zo’ of kwamen in de doofpot. Nu zou er een naam aan worden gegeven en er publiekelijk schande van worden gesproken, in krant en sociale media uitgelicht. Het is een gegeven dat iedere familie wel zo de eigen uitdrukkingen heeft. Familie De Clerck heeft dat ook – Pietertje is ons geheime broertje – en wordt vaak op familiebijeenkomsten als grapje gebezigd. Het zoeken naar familie is overigens echt een ding in ‘Dulf’.

Wonen in een grensstreek is automatisch het leefgebied uitbreiden, ook in deze roman. Uitstapjes al dan niet noodzakelijk worden gemaakt naar het buurland of een andere overkant wordt erbij betrokken door alleen al ‘de boot’ met de herkenbare versnaperingen. Rouw beschrijft de omgevingen alsof je er zelf rijdt per fiets of auto. De personages zou je herkennen in verschillende figuren door karaktertekening en menigmaal brengt iets een glimlach op je gezicht, De Kampioenen op De Belg. Af en toe een woord in dialect maakt het geheel nog authentieker met het decor van dijken, kaden en polders daar ginder waarover je de wetenswaardigheden leest in dé krant.

Een debuut en zeker iets waarmee ik redelijk bekend ben, laat ook enigszins met extra aandacht lezen. Zoals gezegd, een vakantielezer en daardoor geen aantekeningen gemaakt. De recensent in mij zag als vanzelf globaal een aantal puntjes en werden aangestipt in een contactmoment met Rouw zelf. Waarom ik deze noemde en toch niet hier? Juist omdat ik potentie zie in het schrijven van Jos Rouw, een eigen stem, een opmerkzame blik en een fris vertellen, niet té literair als in moeilijk geconstrueerde zinnen, wel mooi als in beeldend. Je voelt een schaven aan, er is een doordenker, er zijn maatschappelijke herkenbare onderwerpen zoals ieder in familie of omgeving kan ervaren en vooral het relativerende dat doorklinkt, het morgen is er weer een dag en zo kan het ook goed zijn.
Tijdens het lezen kwam regelmatig een gedachte aan een andere schrijvende provinciegenoot boven. Het zou mooi zijn als Jos Rouw met Rinus Spruit in gesprek ging. Andere streek, andere leeftijd, andere decennia, ander persoon en toch zoveel overeenkomsten. In schrijven is er vanzelf een verschil – een oeuvre tegenover een debuut. Een nog beperktere omgeving, nauwelijks onnodige woorden en gezegd is gezegd, een mix hiervan met Dulf zou een nog meer echte Rouw geven. Ook een gedachte.

De sloot, ja de te graven dulf, die als het ware als metafoor doorheen het boek terugkomt, is uiteindelijk ook niet kaarsrecht. De dulf waar eerst met een verbetenheid en een waas voor de ogen aan was begonnen. Het doel werd bereikt, tevredenheid is ook een ding om blij mee te zijn. Het is uiteindelijk het leven nemen zoals het komt. Ofwel de jazz van het leven vermengd met genieten van het kleine grootse.
Het fijn lezende Dulf laat je uitzien naar meer. Een debuut dat een breed lezerspubliek past, óók buiten de streek. Herkenbaar in andere regio’s voor velen door sfeertekening, personages, familie- dan wel relatieperikelen en de opmerkzame blik. Het was een genietende leesdag.

Jack Kerouac, Satori in Parijs – Oevers

Al jaren staat On the road in een mooi gebonden uitgave in de kast, maar om die mee te nemen voor onderweg? Op het omslag een landschapsfoto zoals je kent als je rondgereisd hebt in bijv. de Midwest. De auto daarbij geeft een aha naar het omslag van Het volle leven. Een andere Kerouac, Eenzame reiziger, was niet op tijd binnen, Satori in Parijs ging mee en werd gelezen – mede doordat Raoul de Jong in Jaguarman de schrijver noemde, maar ook omdat lezen in Frankrijk over een zoektocht die zich daar afspeelt een leuke bijkomstigheid is.

Een zoektocht naar vermeende Franse voorouders brengt de lezer naar Bretagne en Parijs. Tenminste als het daarover gaat tijdens de escapades van deze Kerouac in de tien dagen die worden beschreven. Of hij zichzelf begrijpt – satori is begrijpen – vraag je je soms af tijdens het lezen. Eerlijk, bijna scannend lezen kwam voor of soms even een wegleggen – filosofische gedachtenspinsels zijn volop aanwezig.

Zoals vaker ervaren wordt bij een klassieker, werk jaren ’50/’60, is het nawoord bijna nog meer interessant. Pauline Bock schreef het. Johannes Jonkers vertaalde deze uitgave van Satori voor uitgeverij Oevers. Jasper Krabbé tekende de omslagillustratie. Overigens werd in de vakantiehut door een andere lezer ook in vertaling van Jonkers De keizer van Gladness met aandacht gelezen.


Barry Smit, De zomer van ’47 – Thomas Rap

Zomer 1947: een vader, een moeder en twee jonge kinderen, gaan op bezoek bij een broer van vader. Net over de grens ontmoeten ze elkaar weer na tijden. Acht jaar later. Het is oorlog geweest, aan veel is nog een tekort. Het is zomer, leefruimte rondom de boerderij, de kinderen blij, net een sprookje. Het is het niet. Vanaf de eerste bladzijden voel je een onderhuidse spanning. Wat is er gebeurd, waarom is een besluit genomen, wat wil de één, wat wil de ander, wat deed de ene wel, wat deed de ander niet?
Leo zag dat Ben niet ontspande maar strak en stijf poseerde, als klaar voor inspectie. Hij hoeft alleen nog z’n arm te strekken, dacht Leo. Onze eigen rotmof.

Ben wordt gezocht. Leo weet hoe hun ouders gebukt gaan onder de keuze die Ben in ’39 heeft gemaakt. De ouders zijn ondervraagd. Leo is met zijn gezin ongezien over de grens weten te komen, zodat stempels van bewijs er niet zijn en tegen hem kunnen spreken mocht hij ook worden gehoord. Ze zullen een aantal dagen blijven is per brief afgesproken. Leo wil horen of Ben zich schuldig voelt. De prangende vraag blijft tot het laatst hangen.

Een boek dat laat nadenken. Een boek dat alleen al in het licht van de actualiteit gespreksstof geeft. Een boek dat vol staat met passages die je zou willen citeren. Een boek dat zeer goed leesbaar voor middelbare scholieren en voer tot discussie is. Over keuzes, overtuigingen, wat is verraad, nietsdoen of een fout besluit nemen? Wat zijn aannames, wat zijn feiten?
Onwil om te werken aan een sterke krijgsmacht. (..) Passiviteit tegenover dreiging en verval is dodelijk, maar het was mode geworden om weg te kijken.

Ik koos voor vaderlandsliefde toen de linkse beweging het volk in klassen verdeelde en tegen zichzelf opstookte.

Ik ben altijd voor het herhuisvesten geweest, voor het Europees houden van Europa.

Ik heb Nederland niet verraden, Nederland had zichzelf verraden, daarom vertrok ik.

Wat doet propaganda, populisme? Volgens Ben deed Nederland in die tijd niets – In Duitsland werd dat tij gekeerd en dat was goed. – Rusland was het kwaad, Duitsland ging de strijd aan. Dat klimaat was ik zat, ook daarom ging ik naar Duitsland. Daar waren de mensen nog wel gegrond. Tro ts. Ambitieus. Geen loze praatjes, maar aanpakken. Op een banenmarkt in Enschede werd hem aangeraden in Duitsland, Berlijn te gaan werken als technicus. Het fotograferen nam een wending tijdens de oorlogsjaren, werkte/diende aan het front en speelt in de tijd van De zomer van ’47 een opvallende, sinistere rol.
Het Duitsland van toen voorzag expansiegedrang van de Sovjets, als het land toen had afgewacht hadden Pjotr en Ivan misschien al in ’42 in Zandvoort aan het strand gelegen. Ben zegt ook: Vind je het gek dat ze in Indië in opstand zijn gekomen? (..) en niet alleen door de oorlog, want wat jullie nu mogen oogsten, is ruim voor de oorlog al gezaaid. De derde broer komt ter sprake, Jaap vocht tegen ons, met daarmee ethische vraagstukken.

Een ander, psychologisch en interessant aspect: hoe verschillend kunnen drie broers uit één gezin zijn? Wie is ontvankelijk voor wat? Komt dit door karakter, opleiding, met wie je in contact komt? Of ligt het aan opvoeding, de maatschappij? Citaat van Ben: Als kinderen zich misdragen is dat maar om één reden: ze denken dat ze ermee wegkomen. Ben houdt complete redevoeringen, reflecties met nog steeds de overtuiging dat de Russen het rode gevaar zijn voor Europa.
De vrouw die nu bij Ben woont neemt Leo’s vrouw mee in de omgeving. Zij, Marlies, ziet hoe Duitsland na twee jaar nog steeds in puin ligt. Ze hoopt dat ‘de kleintjes’ nog niet zien, beseffen. Voedsel is veelal nog op de bon, er is ruilhandel. Op de boerderijen in de omgeving is overal een noodklok geplaatst. Als deze wordt geluid ‘voor vreemde lui’ komen bewoners en de dichtbij gelegerde Britten in actie. De hond loopt ’s nachts altijd los voor veiligheid. Marlies vraagt zich meer af en vooral hoe veilig het er nu wérkelijk is. Ook ten aanzien van de kinderen.

De Russen maakten de oorlog noodzakelijk. Duitsland weigerde daar naïef over te zijn. Godzijdank. En natuurlijk vraag je je soms af of het allemaal de juiste keuzes zijn geweest.

Een sterke roman, strak geschreven, gebaseerd op feiten die je zondermeer nogmaals kunt lezen, die je aandacht vasthoudt, ook of juist als je maar enigszins in geschiedenis, politiek en huidige problematiek geïnteresseerd bent. Er valt veel meer te vertellen.
Over moraal, ethiek, kolonialisme, keuzes, verzwijgen, doelbewuste excessen, familie, verantwoordelijk en fout zijn, kortom heel veel waarmee je in tijden van oorlog, of anders, mee te maken kunt krijgen. Oorlogen brengen scheidslijnen aan. Wat maken keuzes tot wie je bent? De beste, interessante Barry Smit tot nu toe, zeer graag gelezen. De zomer van ’47 mag veel meer aandacht. Voor breed publiek.

Kijk ook even naar de prachtige omslagillustratie.

Joke van Leeuwen, Alle tijden zijn onzeker, Querido, 2024, 256 blz., 9789021498706
Edzard Mik, Damian, Querido, 2025, 304 blz., 9789025318239
John Fante, Het volle leven, vertaler Dirk-Jan Arensman, Oevers, 2023, 224 blz., 9789493290488
Jos Rouw, Dulf, Ezo Wolf, 2024, 248 blz., 9789083444147
Jack Keouac, Satori in Parijs, vertaler Johannes Jonkers, Oevers, 2023, 192 blz., 9789493290471
Barry Smit, De zomer van ’47, Thomas Rap, 2025, 176 blz., 9789400411074

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *