door ‘Liefde en familie en de macht over het leven,’ zegt oma, ‘daar gaat het altijd over.’
en
‘In de nacht is het donker, daar past meer in.’
Bij het inruimen van gelezen boeken kun je het niet laten om in dit boek weer stukken te herlezen. Daar waar je een zin hebt gemarkeerd en voor je het weet zit je weer in het bos sterren te kijken. ‘Drie sterren en een maan. En een komeet.’
Daar bij opa en de twee dappere jongetjes die vragen en gedachten hebben, soms bang en soms enorm doortastend. Opa die een zo mooi ontroerend hartverwarmend doel heeft. Dans.
De achterflap zegt niets te veel. Raf is een gevoelig denkertje, observeert. Robbie, de jongste, is een vragenstellend flapuitje die de bescherming van ‘Waf’ met warmte zoekt. Twee jongetjes die je direct in je hart sluit. Je wilt ze omarmen, verzorgen. Flokpruts. Omgedraaide rollen. Verhuizen uit de stad naar een boerderij aan de rand bij een bos en een dorp. Mam is arts, pap ‘broedt zijn ei uit en sport. Er is ruzie. Wel zijn er de grootouders. Totdat.
‘Kinderen horen bij hun ouders. Ze kunnen niet kiezen, ze kunnen ze niet inruilen.’
De jongens groeien, ontdekken dat volwassenen ook een spreekbeurtgevoel kunnen hebben, bedenken oplossingen en verbinden. Zoveel woorden. Aardmannetjes, muffinvogels, bietenkelder, Broccoli, niet slapen voor oma, zaklamp, schemerdansen, vosjes, nachtwachter, een merelkussen en een pick-up.
Alsof ik de film weer kijk die ik in de kerstvakantie las. Een van mijn keuzes in de Kinderboekenweek. Een boek dat bij mijn mooiste verhalen jeugd van 2020 lag. Moet ik nog meer vertellen? Lees het maar. Lees het voor!
Voor wie? Voor het hele gezin of zodra je kunt en ‘Beste broers’ wil lezen.
Een boek vol met warme ‘sterretjes’-zinnen – alsof het licht het land aait. Het verdient een mooie plaats in mijn boekenkast.
In jezelf geloven, je droom doorzetten en soms zit blijheid vanbinnen. Ook in dit verhaal.
Jowi Schmitz, Beste broers, illustrator Chuck Groenink, Hoogland en Van Klaveren, 2020, 112 blz., 9789089673169
—
—
Samenvatting
Raf en Robbie, twee broertjes van 9 en 5 jaar, verhuizen met hun ouders vanuit de drukke stad naar de boerderij van hun opa en oma. Hun vader en moeder zijn nogal druk met zichzelf bezig, dus is er niemand die op ze let. En ook niet op opa, die een toren in het bos bouwt. Als oma dan opeens ziek wordt, zijn het Raf en Robbie die opa in de gaten moeten houden. En hem redden, wanneer dat nodig blijkt te zijn. Met Beste broers schreef Jowi Schmitz een hartverwarmend verhaal over familie, dapperheid en groei. Over de vrijheid die iedereen eigenlijk zou moeten nemen om de wereld te maken zoals hij of zij dat wil – niet omdat dat nodig is, maar omdat het mooier is. Ook al stribbelt die wereld soms een beetje tegen. ‘Beste broers’: een ode aan de koppigheid!
