Hatsaflats! De wirwarwezels doen hun intrede in voorleesland!
Soms doe je even rondedansje als je kennismaakt met een nieuw duo.
Wat een heerlijk stel zijn de wezels Arti en Bub.
De twee vrienden hebben hun huisje in een hol, voeren een huishouden, koken soep en vooral eikeltjes zijn favoriet voor allerlei recepten. De ene is de aangever, de ander de afmaker. Arti is de meer impulsieve ondernemende van het stel, Bub de bedachtzamere praktischere stap-voor-stap wezel. Arti is daarnaast een kei in verstoppen wat resulteert in zoekpogingen om in de wirwar van te raken.
Herkenbare situaties wisselen zich af met onverwachte acties. Want wie heeft nu nooit een keer een gekrompen trui uit de was gehaald of een tas op de kop gezet of is een sok kwijtgeraakt? Alleen gaat het bij de wezels net een beetje anders dan anders waardoor grappige situaties ontstaan bij evenzo herkenbare emoties.
Het eerste verhaal is er gelijk eentje van kom op niet zeuren, er heeft er eentje de koude-poten-ziekte. Tja, moet je je sok maar niet kwijtmaken. Het is snel over als er met het boek van de enge ziektes wordt gedreigd. Door het zoeken naar de sok raakt Arti echter behoorlijk in de war, de wirwar dus. Moeten wezels wel sokken dragen? Als troost een lekker kopje eikeltjeskoffie, dat lost veel op. Een sok blijkt voor meer doeleinden geschikt dan kouwe pootjes warm houden.
In een volgend verhaal wordt een object ingezet als Arti eropuit was gegaan maar onverrichterzake terugkeert. Eigenlijk is Bub daarna wat jaloers op Arti’s mooie hoed die hij zelfs in bed nog op heeft. Bub heeft de hele dag weer lopen poetsen en sjouwen en meneer was weer eens leuke dingen doen. Als Arti dan wel een keer in huis de boel flink gaat aanharken, is het stofhappen. Letterlijk eigenlijk. Ach ja, alles is op te lossen met heerlijke, inderdaad, eikeltjeskoffie. Of taart vanzelfsprekend. Hmm taart, daar is ook een verhaal over, uit zelfs een compleet receptenboek. Laat je verrassen door een ‘bakparti van arti’ want iets onthouden is bijna vanzelf ook een geval apart.
Geweldig is de scène met gestampte bramen. Het is toch heerlijk om ongestoord plettend rond te banjeren en vies te worden? De aanleiding was dan misschien een praktische les, ‘nooit met lege handen naar de keuken’, maar het plezier spat er vanaf. Je ziet heel beeldend alle servies al in het bos staan. De complete servieskast, theekopjes, eierdopjes, kannen, potten….wat een gesjouw. Iets serieus komt zeker ook voorbij, want je veilig voelen is belangrijk, zeker als ’s nachts enge geluiden hoort. Maar hoe spannend was het voorlezen?
Intussen komen seizoenen voorbij. Bij het eerste straaltje lentezon worden de zwembroeken gezocht en verloren gewaande zaken teruggevonden. Niets gaat op een vanzelfsprekende manier bij de wezels, blij zijn ze wel. Een soort onverwachte grote schoonmaak door een verfklus loopt ietwat uit de hand en kleren wassen doe je bij mooi weer. Bij beide speelt het gele zonnetje een rol. Het duo geeft in de wintertijd gratis en voor niets een simpele oplossing rrrrttt, voor het te vroeg in huis halen van een kerstboom. Een duurzame met kluit natuurlijk. Nooit een saai gezapig moment met die twee.
De verhalen lezen als een trein voor. De ruime bladspiegel, grote letter en per verhaal niet te lange hoofdstukken dragen daar aan bij. En dat niet alleen, want door het spelen met leestekens is er een adempauze bij het voorlezen en komt de niet te missen droge humor nog beter tot zijn recht. De verhalen kennen dan ook een goede opbouw waarbij diverse woorden een verdekte voorzet geven voor het verdere verloop van het verhaal. Aan woordenschat en doordenkers geen gebrek, het knispert en er leest er eentje likkebaardend en wat is ‘niks’ maar ook ‘wat is een vriend?’ of hoe leg je ‘uitgeteld’ uit?
Het boek is ruim voorzien van de heerlijke echte Jagtenberg-illustraties. Het begint al met de omslagillustratie. De houding van Bub en Arti: geweldig, het bijbehorende verhaal is het ook. De expressievolle illustraties met de twee bedjes, de verkleedpartij, de enorme koffiepot op een bank, de hoedtas en dan kom je nog een picknick tegen, het is beeldend genieten zoals een kind ze kan tekenen of bekijken. Dat is knap. Voor de herhaling, het zal niet verbazen na de zoveelste kop koffie, zie je overal eikeltjes.
In de verhalen zitten allerlei op te merken uitdrukkingen of handigheidjes verborgen. Soms krijgt de ene een leermomentje dan de ander, wordt er eens wat verweten, maar altijd lossen ze een ontstane situatie samen op en is er geen vuiltje meer aan de lucht zoals het in een vriendschap gaat. Je laat de ander niet voor alles opdraaien; taken verdelen en samen genieten van leuks.
Als je iets niet weet ga je vertellen, maakt er een woordspelletje van en zo breid je ineens je woordenschat uit. Een goede voorbereiding is het halve werk, een koekje van eigen deeg, met het verkeerde been uit bed stappen, eigen initiatief tonen is ook prima, fantasievol creatief met weinig zijn (dondert het lekker en mis je niets), als je alles leest onthoud je altijd iets, denken in oplossingen, voor je kleding in de was doet maak je je zakken leeg want anders… is het tijd voor…
Tijd voor iets nieuws, dit lekker dikke voorleesboek vol verhalen met zalige droge humor van Arti en Bub. Om vrolijk van te worden! Om vaak voor te lezen, met een koffie en taart en ook heerlijk met een boterham pindakaas! Altijd in de weer die wirwarretjes!
Als een warme douche deze wezelvrienden, voorlezen die handel!
Fantastische aanrader vanaf vier jaar, ook voor de iets geoefende jonge zelflezer.
Yvonne Jagtenberg, De wirwarwezels, Gottmer, 2024, 128 blz., 9789025780449