Na het goed ontvangen Kinderen van het drijfzand schreef Efua Traoré nog een boek over volksverhalen in Nigeria. Ze was niet uitverteld over de verhalen die ze zelf in haar kindertijd had gehoord. Gelukkig maar, want nu kunnen we in De vloek van de schelpen weer over een ander interessant stukje cultuur lezen.
Hoofdpersoon is de 12-jarige Kokumo (ook Kuki genoemd), die met haar moeder is ingetrokken bij diens nieuwe vriend. Omdat ze zwanger is, helpen Kuki en een tante regelmatig mee in het huishouden. Kuki wordt alleen bang van de verhalen van tante Bisola, die in het bestaan van de kwade Abiku-geesten gelooft. Steeds als Kuki zich even niet helemaal fit voelt, komt tante met amuletten aanzetten. Dat is toch onzin, want de Abiku bestaan toch zeker niet?
Dit oude volksverhaal loopt als een rode draad door het begin van het boek. De nieuwe school die het gevolg van de verhuizing is, is namelijk eerst belangrijker voor Kuki. Het lukt haar niet echt om nieuwe vrienden te maken. Totdat het meisje Moji, wonend in dezelfde straat, belangstelling voor haar krijgt. Kuki is beter in wiskunde dan Moji, dus kan zij toch wel haar huiswerk maken? En als echte vriendin kan ze ook mooie nieuwe gympen voor Moji’s verjaardag kopen. Kuki voelt zich er niet helemaal goed bij, ziet wel dat Moji onaardig gedrag tegen iedereen vertoont, maar doet toch haar best om aan de opdrachten te voldoen. Haar stiefvader grijpt in op het moment dat ze geld uit zijn portemonnee wil pakken voor de geëiste schoenen.
Ondertussen heeft Kuki op haar verjaardag een bijzonder huis met veel schelpen ontdekt. Het heeft een vreemde aantrekkingskracht, ook doordat ze er het meisje Enilo ontmoet dat daar lijkt te wonen. Ze zijn beide even oud, hebben dezelfde interesses. De band voelt gelijk vertrouwd en Enilo wordt een echte vriendin. Kuki heeft later echter wel twijfels, want Enilo vertelt niet veel over zichzelf en blijkt dan ook een link met de Abiku te hebben.
Zonder verdere details weg te geven, kan gezegd worden dat het verhaal goed afloopt. Hoewel er in het laatste deel een magisch-realistisch gebeurtenis plaatsvindt, is Traoré in haar nawoord realistisch. Het geloof in de Abiku is een aannemelijke verklaring voor het bestaan van erfelijke ziekten zoals sikkelcelanemie, waardoor meerdere kinderen binnen één familie overleden.
De vloek van de schelpen is een aantrekkelijk boek voor kinderen vanaf 10 jaar, die graag lezen over andere landen. Universele thema’s als vriendschap, pesten en familie zijn een rode draad, aangevuld met Nigeriaanse volksverhalen en woorden.
Prettig vertaald door Sandra Hessels.
Efua Traoré, De vloek van de schelpen, vertaling: Sandra Hessels, Leopold, 282 blz., 2023, 9789025885243.