Heen en weer
Over ’t zwarte meer
En telkens gaat er
Een méér over ’t water.
Een dwerg in een rieten bootje bomend over een trog die bovenstaande woorden meer mompelt dan hardop zegt. Een bootje over pikzwart water en een dwerg die zwarte zoenen geeft. Een meisje met zilveren schoentjes die op een lek gehouden moeten worden. Het begint al spannend. ‘Dwergelief’ heeft ook een belangrijke zilveren ketting om haar hals. Ze is op weg naar de verloren stad Dorr. Ze komt poortwachter Jiri tegen en vraagt hem naar de tuinen die in deze stad moeten zijn. Een verhaal volgt. Een duister verhaal vol met Biegeliaanse sfeer, woorden, rijmen en namen.
Een sprookje over prinses Mijnewel en de tuinjongen Jouweniet. Ook in dit sprookje een heks. Sirdis heeft Jouweniet veranderd in een bloem. Alleen als het zaad van deze speciale bloem in de tuinen wordt geplant zal er een kans zijn dat Mijnewel Jouweniet weer in levende lijve ontmoet.
De stad Dorr is grauw en zonder kleur. Een lange tocht vol ontmoetingen en verhalen volgen.
Ontmoetingen met opmerkelijke figuren als meneer Dil, de blinde tovenaar Aljassus, zwelpad Glop, jongetje Mug of het tweetal Eliboe en Gnazabar volgen.
Een bijzonder donker avontuur met magie waarin de liefde de drijfveer is om een betovering te verbreken. De prachtige even duistere illustraties van Charlotte Dematons laten je steeds verder meeslepen door deze raamvertelling, van het ene verhaal naar het volgende sprookpersonage. En plots sijpelen, hoe verder je komt, er sprankjes licht in de sfeervolle illustraties. Een echte Biegel die je niet vergeet en waarover je te voren niet veel prijs wil geven.
Zondag zaai ik hem
maandag maai ik hem
dinsdag dors ik hem
donderdag droog ik hem
vrijdag vrij ik hem
en zaterdag….
Als je wilt weten hoe dit versje afloopt? Lees of lees voor dit fantasierijke spannende ‘De tuinen van Dorr’ en laat je meevoeren tot de laatste overtocht!
Paul Biegel, De tuinen van Dorr, illustrator Charlotte Dematons, Gottmer, heruitgave 2021, 283 blz., 9789025773878
Eén gedachte over “Paul Biegel – De tuinen van Dorr”