18 mei 2025

Marjet Huiberts & Wendy Panders – Dippy Das moet verhuizen

Als je Dippy Das moet verhuizen ziet liggen word je spontaan vrolijk door de omslagillustratie van Wendy Panders, de kleuren, de dieren, per spoor reizen. Maar wie inzoomt op de details vermoedt een algemeen bekend probleem of twee, net hoe je het bekijkt.

De achterkanttekst geeft inderdaad aan dat er twee actuele onderwerpen zijn gecombineerd door Marjet Huiberts en Wendy Panders. En hoe logisch is dat in feite. Wie het nieuws een beetje volgt hoort regelmatig over een stremming op het spoor vanwege een dassenburcht. Het zomaar verhuizen van deze ‘ongewenste vreemdelingen’ is geen optie want beschermd, er is verzakkingsgevaar en vooral waarheen? Daarmee komt het alom bekende punt van woningnood aan de orde en zie daarbij nog eens iets naar je zin te vinden. Die ervaring deelt Dippy Das met vele mensen.

Op de eerste illustratie wordt bovenstaande al gelijk in beeld gebracht met voor jongere kinderen aansprekende rijmende tekst. ‘Superstom!’ roept Dippy Das. (…) ‘k Moet verhuizen, nu meteen! Want mijn huis ligt aan het spoor. En de trein kan er niet door!’
Dippy zit daar tranen plengend superzielig te zijn met een rode rugzak in de pootjes geklemd voor haar huisje. De rails is letterlijk onderbroken getekend, pylonen op de railuiteinden en het sein staat op rood voor de naderende locomotief.

De zoektocht naar een nieuw onderkomen gaat van start. Diverse dieren bieden de das woonruimte aan, maar Dippy voelt zich niet thuis. Het stinkt, het is te hoog, te nat, te vol en wat al niet meer. De das kan geen enkel huis vinden dat haar past. De overal rondvliegende specht verwoordt wijsneuzerig de realiteit: ‘Ja de huizenmarkt is slecht!’.
Moedeloos sjokt Dippy terug naar het spoor waar inmiddels door de machinist de burcht is geruimd, de pylonen zijn verwijderd, maar wel het ‘gezichtsnaambordje’ als markeringspunt op de plaats is gebleven. De machinist informeert vriendelijk naar een mogelijk gevonden ‘opvangplek’ waarop Dippy ietwat chagrijnig reageert. En dan ontstaat er een spontane oplossing die tot een warme afloop leidt.

Marjet Huiberts weet in weinig woorden veel te vertellen, de tekst lóópt. De ene keer acht zinnetjes die als vier regels zijn neergezet, dan weer een enkele zin waarin ook de rijm terugkomt. Over ieder dier die nabij het spoor kan verblijven elk in een ander ‘huis’ wordt een voor- of nadeel genoemd. De ooievaar woont hoog in een nest (zie de verrekijker en de emmer aan de katrol), het konijn somt al haasje-over-springend dat het heel gewoon elf kinderen heeft in het hol en de alsmaar fladderende vleermuis zoekt een grot op waar het vochtig is, de grot waarin je een doorkijkje naar buiten wordt geboden.

Het woord ‘bladboot’ kan zomaar een blijvende grinnik opleveren bij het zien van een gele plomp- of waterlelieblad. Woorden als saai, treurig, opperbest, klagend of rot ruiken en een onderkomen kunnen door context kunnen worden begrepen of juist er worden uitgelicht voor begrip. Daarbij merk je verschillende emoties en natuurlijk gedrag op in ontmoeting en gesprekjes tussen de dieren. Over de onderwerpen woningmarkt en bedreigde dieren met daarbij hun natuurlijke onderkomen op voor de mens verkeerde plek kan als vanzelf verder worden gesproken. Veel vertellen én in dit in een ritmische rijm neerzetten is bijzonder, het zegt iets over het schrijverschap. En dat begint al met het pakkende allitererende Dippy Das.

Het is werkelijk weer genieten van de illustraties van Wendy Panders. Naast het bordje zie je ook een bel bij de dassenburcht, eenzelfde bel aan de locomotief, en een huisjesslak bovenop. Een stukje verkeersborden krijg je vanzelf mee waarvan het kenmerkende roodwitte is doorgevoerd in diverse details tot aan de rode rugzak passende bij de witte streep van de das. Het doorvoeren van details zie je ook d.m.v. de ‘gezichtsnaambordjes’ of de gebruikte richtingspijlen. Zelfs een boek over een betreffend dier wordt door Das gelezen waaruit de interesse voor de ander kan spreken.

Dieren die eerst centraal staan m.b.t. het soort aangeboden huis zie je als zoekplaatje in andere illustraties terug. Diverse insecten en kruiden verlevendigen als grappig detail het verhaal, waarvan ook de specht onderdeel is. Intussen kan er over perspectief worden gesproken door landschap en landschapsinrichting. De plattegrond aan het eind maakt inzichtelijk hoe groot of klein het leefgebied van de dieren is, maar ook hoeveel diversiteit een dergelijke beperkte ruimte kan bevatten of hoe er samen kan worden geleefd in een relatief kleine omgeving. Wendy Panders geeft wederom enorm veel kijk- en ontdekplezier met zoveel doordenkend materiaal en getuigt ook van vakmanschap.

Een origineel, inhoudelijk én grappig prentenboek waarin serieuze onderwerpen toegankelijk zijn gemaakt voor jonge kinderen. Of het nu in taal of in beeld is, geweldig. Fantastische aanrader voor uren kijkplezier en herhaaldelijk voorlezen vanaf ong. 4 jaar. Een verrassende toevoeging aan het prentenboekassortiment!

Marjet Huiberts, Dippy Das moet verhuizen, illustrator Wendy Panders, Gottmer, 2025, 32 blz., 9789025781040

Meer van deze makers op Lezersgoud

Tekst Marjet Huiberts:
Maria van Donkelaar en Martine van Rooijen – Het onvergetelijke verhaal van Reinaert de Vos
Marjet Huiberts & Myriam Berenschot – Prinsje
Marjet Huiberts & Myriam Berenschot – Prinsje kiest zelf!
Marjet Huiberts & Philip Hopman – Alle verhalen van Ridder Florian
Marjet Huiberts & Barbara de Wolf – Een olifant in de bus
Marjet Huiberts & Milja Praagman – Ebbie onder de paraplu

Illustraties Wendy Panders:
Geert-Jan Roebers – Paddenstoel & Co
Patsboem! – Natuurlijk doe je zo
Marc ter Horst – Viruswereld
Marc ter Horst – Palmen op de Noordpool
Jan Paul Schutten – Van T. rex tot tandjesgras

Ander gelezen werk met ill. van Wendy Panders:
A.M.G. Schmidt – De koning gaat verhuizen (Querido)
Evelien de Vlieger – Hoe maak ik tijd? (Lannoo)
Benjamin Goyvaerts & Yasmina Faid – Echt of fake, een te gekke geschiedenis (Lannoo)
Carlo Frabetti – Alice in wetenschapswonderland (Lannoo)
Martine van Donkelaar & Martine van Rooijen – Het neusje van de zalm (Gottmer)
Geert-Jan Roeberts – Ben niet bang voor de wilde dieren (Gottmer)
Annemarie Bon – Fake (Volt)
Annemarie Jongbloed drie delen: Sleutels, De superhacker, de meestervervalser (Ploegsma)


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *