14 oktober 2024

Astrid Sy – Noem geen namen

Een aantal jaar terug liep ik door de Plantagebuurt. Die dag een stil stuk Amsterdam, een zonnige Hemelvaartsdag. Vanaf het Waterlooplein via het Jonas Daniël Meijerplein, de Portugese synagoge naar het Wertheimpark, de bankjes met namen en het Auschwitzmonument, de Plantage Middenlaan op. De Jodenbuurt. Doel was een bezoek aan de Hollandsche Schouwburg. Daar schuin tegenover de Crèche. Een indrukwekkend bezoek om nooit te vergeten. Ik dacht toen ik voor het monument stond en naar boven keek: ‘Zouden al die mensen toen ooit nog een stukje blauwe lucht hebben gezien?’ In het park een serene stilte, een trambel op de achtergrond en toch zoveel stemmen en beelden die voorbij trekken.

Bij het lezen van dit bijzondere boek ‘Noem geen namen’ ervaar je dat ook. Hoeveel boeken je ook al gelezen hebt over de Tweede Wereldoorlog, het onrecht dat mensen is aangedaan, iedere keer weer raakt het. Vol in je hart als het over kinderen gaat. En dat doet deze. Halverwege kreeg ik ontwijkgedrag. Wilde zelfs ‘dat rotverhaal’ wegsmijten. Het mag niet, je moet het lezen. Zoals Theun zegt: ‘Het is telkens iets kleins. Een verbod hier, een wet daar. Je staat erbij, wachtend tot je iets goeds kunt doen. Maar je maakt het moment zelf.’

Theun is één van de verzetsleden van het Utrechts Kindercomité waarvan hoofdpersoon Josephine ook lid is. Dit comité werkte samen met de Amsterdamse Studenten Groep waartoe Kaat behoorde en Rosie werkte als kinderverzorgster in de Crèche. Deze drie jonge vrouwen van amper 20 jaar zetten zich in om vele Joodse kinderen te redden uit handen van de bezetter. Ze maakten een keuze waarvan ze de gevolgen niet konden overzien voor familie, hun vrienden, hun lief en zichzelf. Ze deden wat ze moesten doen. Niemand wist waaraan ze begonnen, hoe lang die oorlog zou duren, maar ze kwamen in opstand tegen het feit dat Joden met de gele sterren letterlijk met het plakkaat ‘mensonwaardig’ waren bestempeld.

In het eerste deel komen veel namen langs, veel feiten en soms een herhaling daarvan. Dat komt de leesbaarheid en evt. ontbrekende kennis ten goede, m.n. voor jongeren vanaf ong. 15 jaar.
Vanzelf zal deze lezer een kaartje van de omgeving erbij nemen of een kaart van Nederland. Wie ooit in Hooghalen bij het Herinneringskamp Westerbork is geweest begrijpt de angst van het jongetje in de trein op weg naar zijn onderduikadres. Of je zoekt de plaatsen in Limburg op waar Kaat en Josephine heengaan met meerdere kinderen. Altijd op hun hoede met valse persoonsbewijzen, opletten wie goed of fout kon zijn en meer. Je ervaart de beklemming, de angst, je voelt dat er erger komt door de schrijfwijze van Sy. Hoe wanhopig moet je zijn als je als moeder je baby tijdens een razzia bij een wildvreemde in de handen drukt?

Het gedeelte van totale ontruiming van de Crèche, de transporten, het (over)leven in een kamp, de onwetendheid van overlevenden, de ontmenselijking, het schrijnende verdriet, het totale onbegrip, de hoop en wanhoop, geen naam meer hebben…: ‘Vanaf nu niet meer je naam zeggen. Of die van je ouders. Noem geen namen. Vergeet wie je bent.’ Alles, alles doet pijn.

Altijd weer bij het lezen over deze periode in de geschiedenis vraag ik mij af ‘Wat zou ik hebben gedaan?’ Deze vraag heeft Astrid Sy zich ook gesteld. Deze vraag stelt ook Kaat in het verhaal en krijgt als antwoord: ‘Dit is wat we moeten doen, net zo lang tot de oorlog voorbij is.’ Na tien jaar onderzoek, gesprekken en schrijven is er dit waardevolle boek gebaseerd op feiten en bestaande personages met een nawoord van toegevoegde waarde, namenlijst en woordenlijst.
Rosie, Kaat, Josephine en alle anderen die voor ieder kind streden verdienen dat hun verhaal wordt gelezen door iedereen. Ieder kind was èn is er één. Een boek dat je niet wilt lezen, maar dat je móet lezen.

Astrid Sy, Noem geen namen, illustrator Mark Janssen, Luitingh-Sijthoff, 2021, 512 blz., 9789024592623

Eén gedachte over “Astrid Sy – Noem geen namen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *