18 oktober 2024

Jacques Vriens – Kermiskind

Een historisch aansprekend verhaal in de context van begin vorige eeuw voor lezers in de bovenbouwleeftijd. Hoewel er al vele geschiedenisleesboeken bestaan, heeft Vriens toch weer een meer onbekend thema gevonden: het kermisleven in 1925. Hoofdpersoon is de 13-jarige Rosa die met haar familie het land rondtrekt om op kermissen vermaak te brengen. Ze baten Theater Vonkestein uit, waarin iedereen letterlijk en figuurlijk een rol heeft.

Alsof je Vriens zelf hoort voorlezen: ‘Hooggeëerd publiek, welkom bij theater Vonkenstein! Vanmiddag brengen wij u: ‘Roodkapje en de Wolf’! Griezelen, lachen, gieren en brullen! Met een geweldige wolf en een allerliefst Roodkapje!’

Op de eerste paar pagina’s krijg je al aardig wat informatie over de samenstelling van het gezelschap en het harde leven op de kermis. Je krijgt bijv. een beeld hoe de woonwagens er vanbinnen uitzien, welke attracties er toen waren en dat het geen vast gegeven was dat het gehele kermisgezelschap tezamen van de ene plaats naar de andere ging. Ook over hoe de verplaatsing ging wordt verteld en een aantal woorden uit die tijd kom je tegen. De kermiskinderen gingen niet naar school, er was in beperkte mate thuisonderwijs en ook jonge kinderen hadden een taak in de attractie van ouders. Daarnaast worden in het verhaal verschillende normen, waarden en feiten gegeven die toen golden en waarvan sommige ook nu nog aan de orde zijn. Een opmerkelijke voor kinderen van nu is dat je voor je zestiende geen verkering mocht hebben en voor het 21e jaar er geen sprake kon zijn van een homorelatie.

De ‘theatertroep‘ bestaat uit Rosa’s vader die ook de directeur is, oom Gerrit en tante Wanda, Rosa’s moeder, oma Neeltje en Teunis. Hij werkt sinds kort bij hen als beginnend acteur. Teunis staat met veel plezier op het podium en je leest met een glimlach over hoe hij met verve zijn rol ten tonele brengt. Rosa en Teunis kunnen het goed met elkaar vinden, ze vertrouwen elkaar.

‘Terwijl ik rondhuppel als een oud paard, moet ik ook nog zingen:
‘Wat is het fijn om hier te zijn,
en te dansen en te springen.
Dit is een feest voor groot en klein,
ik kan de hele dag wel zingen.’

De hele dag vrolijk zingen als het om toneel gaat, kan theaterkind Rosa echter niet waarbij ‘marionet’ als metafoor mooi wordt ingezet. In tegenstelling tot Teunis voelt Rosa dat haar roeping niet bij het theater ligt. De rol van Roodkapje in de kindervoorstelling vindt ze kinderachtig en ze houdt niet van de grootse gebaren die ze moet maken ondanks dat volgens Teunis: ‘haar héle familie is theater’. Haar vader gaat ervan uit dat zij later het theater voortzet. De gedachte hieraan benauwt haar, maar ze durft hem niet te zeggen dat ze misschien wel iets anders wil in haar leven. Maar dan gebeurt er iets ingrijpends als ze die zomer in Wedermeer staan. Rosa’s acteerkwaliteiten komen van pas. Ze blijkt dan ineens ook heel goed te kunnen dansen. Met Teunis’ hulp voelt ze zich gesteund en is niet geremd in het acteren doordat er geen of juist andere druk op zit.

Teunis maakt op zijn beurt ook een verandering door. Nadat Rosa hem heeft zien zoenen met een andere jongen, in die tijd strafbaar, helpt ze hem te accepteren dat hij homoseksueel is. Later durft hij het te vertellen in de theatertroep, een groep die hem accepteert zoals hij is. Het reizende gezelschap leeft tenslotte zelf ook aan wat men noemde de randen van de samenleving. Behalve oom Gerrit met zijn meer conservatieve inslag die Teunis hardnekkig ‘mietje‘ blijft noemen. Een geweldig personage is daarentegen de stoere oma Neeltje met haar krasse uitspraken en zo blijkt nog steeds strak de touwtjes in handen heeft.

Ook van de nevenpersonages als Arend en Wolter of de attracties krijg je een goed beeld. Een schiettent en een snoepkraam zijn ook nu nog vaste punten op een kermis, maar een panopticum, de Dikke Dame of een steile wand? Daarbij lees je dat Italiaans ijs net nieuw is, maar ook over het begin van de stomme film in een reizende bioscoop.

Het kleurrijke en opvallende omslagontwerp van Caren Limpens is geweldig. De schutbladen en de titelbladopdruk mogen niet onvermeld blijven. Het binnenzetwerk is verzorgd door Mat-Zet. Het geheel geeft de grandeur van ooit met verve weer.

De verhaalwendingen rond Rosa en Teun gingen gezien de tijdspanne in Kermiskind wat snel, maar het kan zijn dat volwassenen dit eerder opvalt dan kinderen. Het is warm om te lezen hoe er liefdevolle aandacht voor elkaar is op het moment dat de emoties op verschillende fronten hoger oplopen. Ondanks dat dit een realistisch tijdsbeeld is uit begin vorige eeuw zijn er diverse voorkomende thema’s die tijdloos zijn. Bijv. familie, relaties en pesten. De spanning wordt gedoseerd opgevoerd en er zijn herkenbare emoties passend bij de doelgroep.
Voor de jongere lezers ligt er met Kermiskind een goed lezend behapbaar verhaal over een stoere hoofdpersoon in een omgeving die veel kinderen niet kennen met op natuurlijk wijze opgenomen thematiek.

Een beeldend en soepel geschreven Kermiskind met een goed historisch besef dat heerlijk vlot doorleest. Een Vriens met kleurkrachtige glans die terecht met sier wordt gepresenteerd.

Jacques Vriens, Kermiskind, Van Holkema & Warendorf, 2024, 128 blz., 9789000390557

Eén gedachte over “Jacques Vriens – Kermiskind

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *