4 maart 2024

Marte Jongbloed – Gevaarlijk water

Over de Watersnoodramp in 1953

‘Het gebeurt wel vaker dat het hard waait.’

De eerste zin van dit pakkende jeugdboek. Het onderwerp is duidelijk; erboven staat: zaterdag 31 januari 1953. Het doorlopende omslag van Mariken Nelissen geeft verhaal aan wat komt. De quote op de achterzijde: ‘Jullie zijn aanstellers. (..) Dat water stroomt vanzelf weer terug naar de zee.’ is van een dijkgraaf.

Wie nog bekend is met het opnoemen van de waterstanden voordat om 7 uur de radio-uitzending begon, zal vast ook op momenten hebben gehoord: ‘dijkbewaking is ingesteld’, waarna het iconische pauzegeluid volgde. Deze wachters, ingelanden, vallen onder een waterschap met als rayonhoofd een dijkgraaf. In dit verhaal komt het belang van een goed geïnformeerde doortastende dijkgraaf aan de orde. Een belangrijke schakel in de communicatie voor ieders veiligheid. Nog steeds. In sommige dorpen waren toen de vloedplanken tijdig aangebracht. En toch ging het mis. Na het Wilhelmus, 24.00 u, was er radiostilte. Een telefoon ontbrak of een enkele verbinding was verbroken. Hoe te waarschuwen, wie nog te bereiken als het water al in je huis staat zoals bij de 12-jarige Maarten, de verteller? Als er reeds gaten waren geslagen in de op het oog stevige dijken die hen hadden moeten beschermen?

Velen werden in hun slaap verrast en toch zag men ook eind middag dat het water bij eb zo hoog als bij vloed stond: ‘Het moet nog vloed worden, en het is nu al kritiek.’ merkt Maartens vader op. Zijn moeder tracht zoveel mogelijk met zusje Janna naar boven te brengen. Waardevolle spullen naast proviand en soms iets van minder waarde in ogen van nu. Bij Maartens vriendin Geertje gebeurt exact hetzelfde. En dan wordt het donker. De wind beukt. Het oneindig ijskoude zwarte water is overal.

Maarten wordt wakker van luidende kerkklokken. Ze zitten met zijn vieren gevangen op zolder, ze kunnen het huis niet meer uit. Pikkedonker. Meubels bonken tegen het plafond. Bij licht zien ze een totaal andere wereld. Een buurvrouw hangt geklemd rondom een schoorsteen, op het nog enige huis aan de overkant. Het huis kraakt. Een man drijft langs. Een vlot. Een al diepliggende te volle roeiboot neemt Maarten mee. Het lukt hem het bootje bij een oudoom op te halen. Pesterij en wrevel is vergeten als Maarten onderweg naar thuis klasgenoot Arie in doodsnood ontdekt.
Kerktorens zijn één van de weinige ijkpunten op hun tocht. Overal troep, mensen hangend in bomen, een koffertje. Een klok zorgt voor een zenuwachtige lach, de angst voor een tel vergeten. Komen ze nog op tijd bij vader, moeder en Janna na een hachelijke ijzig koude februarinacht in het bootje? Doornat, niets te eten en ontzaglijk moe. Moederziel alleen.

Vele emoties naast angst komen langs, maar ook is er ruimte voor een glimlach. De gelatenheid van alles kwijt zijn, de tergende onzekerheid m.b.t. vermiste familieleden of vrienden en wat is achtergelaten. Er zijn overledenen, dieren dood, huizen weg, spullen verdwenen, maar directe familie en vrienden worden teruggezien. In het raadsel m.b.t. het gevonden koffertje komt de oneerlijkheid en hebberigheid in de mens naar boven. In goed gekozen juist aantal woorden wordt een beeld gegeven, voel je de machteloosheid en het intense verdriet om omgekomen mens en dier. Vriendschappen voor het leven worden gesloten of bestaande zijn voorgoed veranderd, het woord thuis krijgt een andere betekenis.

Uit alles blijkt dat er veel onderzoek is verricht door zowel documentatie als gesprek. Vele aspecten komen, soms in een enkel woord, aan de orde. Deelonderwerpen geven gespreksstof of vakoverstijgende lesideeën. Door wie, hoe en waar wordt hulp geboden, het ingestelde rampenfonds, de wederopbouw met voorzichtige plannen voor een leven erna. Het verwerkende en perspectief biedende schrijven van Maarten is een mooi voorbeeld. Het voorwoord geeft informatie hoe e.e.a. in het tijdsbeeld te plaatsen, de inhoudsopgave geeft overzicht door indeling met dagen en data. Tevens geven de hoofdstuktitels voor de goede lezer het verloop weer van dit tijdsdocument en leest als een verhaal op zich. Maarten zou zomaar door deze kernwoorden een opstel kunnen schrijven. De foto’s uit de Beeldbank van het Watersnoodmuseum zijn passend gekozen, een woordenlijst en tips voor extra informatie voegen toe.

Een realistisch, beeldend en spannend verhaal over de eerste indrukwekkende dagen van februari ’53 gedoseerd in emotie waarin twijfel door mag sijpelen. Het met zorg gemaakte prachtige omslag en de mooie vormgeving dragen bij aan de goede beleving. Dit aansprekende boek is ook van belang door de beschreven periode erna. Het laat nadenken over wat is evacueren, wat is vluchten, wat is dankbaar moeten zijn, hoe wordt mijn veiligheid gewaarborgd en hoe te acteren op de toekomst van nu.

Voor iedere lezer vanaf ong. 11 jaar en veel ouder om zelf te lezen of voor te lezen in een aantal dagen. Ook in het VO in te zetten met de geboden lesbrief.

De zee, soms je vriendelijke vriend voor plezier en rust. De zee, soms je onberekenbare vijand vol angst en gevaar. Lees ‘Gevaarlijk water’: het grijpt aan, het ontroert, het went nooit. Overleven en doorgaan.

Marte Jongbloed, Gevaarllijk water, illustrator Marieke Nelissen, Luitingh-Sijthoff, 2023, 112 blz., 9789021035468

Eén gedachte over “Marte Jongbloed – Gevaarlijk water

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *