‘Met een geïrriteerde beweging propte ik er een m tussen. Ik had er helemaal geen zin in om een boek te schrijven. Pubers zo’n opdracht geven, wat is dat nou voor een pedagogische bullshit!’
De klas van Ivan krijgt de stomste opdracht ooit: een boek schrijven. Ze mogen er het hele schooljaar aan werken van de leraren Nederlands en levensbeschouwing. Ze, een groep van nog maar zestien leerlingen die ‘op andere scholen stuklopen of zijn stukgelopen‘, veel hebben iets ‘op het spectrum‘. Na het lesuur waarin de opdracht als een bom binnensloeg wordt Ivan gebeld door zijn moeder: ‘Je moet nu naar huis komen.’ Vader moet worden gezocht en opgehaald.
Zijn vader is weer eens op pad en komt altijd weer opduikelen. Een soort beroepsflierefluiter vertelt Ivan al vrij snel in het begin van zijn verhaal en ook nog manisch depressief. Altijd hollen of totale stilstand. ‘Wie van de twee is dan echt? vroeg ik. ‘Die op het toneel,’ zei mijn vader zonder erbij na te denken. Ik kon zien dat hij daar zelf van schrok. Alsof hij alleen op het toneel echt bestond, en de rest van zijn leven een droom was.’
Iets zegt hem dat het menens is als hij na wat heen en weer gepraat zijn moeder ‘het moet‘ hoort zeggen. En dat tegen iemand met ADHD zeggen is vaak niet de beste manier om iets gedaan te krijgen. Toch gaat Ivan naar huis, zijn hoogsensitieve zusje van tien jaar is al thuis.
Een roadtrip volgt, een zoektocht naar zijn vader van stad tot stad met vertelde herinneringen. Herinneringen die gaan tot in Berlijn waar zijn ouders ooit elkaar ontmoetten tijdens Die Wende. Er gebeurt van alles tijdens de rit in de oude Volvo. Telkens duikt onderweg een roodharig Engelstalig meisje op. ‘Ik wilde dat zij wist wie ik was – niet zomaar een vijftienjarige jongen met azuurblauw geverfd haar, drie haartjes op zijn bovenlip en een kop vol gedachten.’
Intussen speelt hij Wordfeud met een vriend waardoor gebezigde woorden van vroeger worden gelegd. De telefoon van zijn moeder papegaait regelmatig, het zou vader moeten zijn met berichten waar hij zou kunnen zijn. Geen eenduidige berichten, zijn moeder lijkt eromheen te draaien. Zijn zusje vraagt ook vertwijfeld: ‘Maar als jij papa hebt opgehaald, kunnen we daarna dan gewoon naar huis?‘
Een boek laat zich schrijven, Ivan verbaast zichzelf dat hij de concentratie hiervoor kan opbrengen. Een verhaal waarin je vanaf het begin een unheimisch gevoel bekruipt. Een boek waarvan je onrustig wordt. Rustig… de… trap… af… de ballenbak in. Een verhaal waarin je ongemerkt een aantal zinnen al vrij snel aanmerkt als waarom staat dit hier op deze manier? Bijv. ‘Je mag niet zomaar van school wegblijven, daar moet je een verdomd goede reden voor hebben.’ of ‘mijn vader zoeken en een boek schrijven kon ik ook combineren, twee vliegen in één klap.’ en deze: ‘Ik had liever gehad dat die foto daar helemaal nooit had gedaan, dan was alles gewoon bij het oude gebleven en had ik ook dit boek niet hoeven schrijven.’
De opdracht lukt. En nog goed ook. Met allerlei wetenswaardigheden, verwijzingen, verwerken van feiten en emoties die de ene keer om te lachen zijn, de andere keer je katapulteren naar een onmiskenbare waarheid. En dat voor de Ivan zoals hij ‘gewoon’ is. Het schrijven vanuit de vijftienjarige is pakkend, de onrust enorm voelbaar, de emoties en de taal vliegen van hot naar her in het rond.
De leraren Nederlands en levensbeschouwing hebben hiermee gespreksstof voor vele lesuren associërend van het één naar het ander. Het vanzelfsprekende bijna dwangmatige associëren dat de zo gevoelige stoere Ivan ook doet in zijn dappere gevoelvolle verhaal, zijn verwerkende zoektocht door de ‘stomste opdracht ever.’
Dit is echt zo’n ‘stom’ pakkend boek dat achterelkaar wordt uitgelezen door jongeren vanaf een jaar of 12. Mede door het aantrekkelijke, frisse, nieuwe omslag van deze heruitgave met letterlijke stuiterbal door Caren Limpens en het vlotte ingeleefde schrijven van Tiny Fisscher. Wat wil je met 25 schrijfjaren!? Zo’n niet stom verdraaid goed boek dat je bij de kladden grijpt.
Tiny Fisscher, Dat stomme boek, Volt, heruitgave 2024, 160 blz., 9789021489742
Eén gedachte over “Tiny Fisscher – Dat stomme boek”