3 april 2024

Tom Marien & Sassafras de Bruyn – Het eerste licht

‘Eerst viel haar licht uit. Toen vielen haar vleugels stil en dwarrelde ze als een blad naar beneden.’

Een groep bevriende insecten vliegt in het donker gezamenlijk een ronde. Het is bijna feeëriek, duizenden sterren, insecten die licht geven en dansen in het donker. De maan laat zich niet zien, het enige geluid is het eigen zoemen en de lach van het onderlinge plezier.

Te mooi om waar te zijn, zo mooi deze langste nacht en dan valt zonder enige waarschuwing Vuurvliegje neer. Ze reageert niet op een vraag, een roepen, een aanraking. De vliegende insecten bedenken dat de handige Mier een oplossing zal weten: ‘Mier maakt alles wat niet meer werkt.’

De nuchtere mier zegt zonder poespas: ‘Vuurvlieg is helemaal stuk.’ op de vraag of haar licht stuk is. Ze begrijpen niet wat Mier hen wil vertellen. Wat is dan toch kaduuk? en gaan zwijgend op weg naar Uil, misschien kan hij wijze raad geven. Uil maakt het nog schimmiger door te zeggen ‘Ze is al naar de andere kant.’ Misschien had hij zelfs nog abstracter ‘uit de tijd’ kunnen zeggen. Ongeloof wisselt af met berusting om te worden gevolgd door een eerste verwerking die ze ieder voor zich doormaken.

En dan komt aasgier Bromvlieg langs, enkel en alleen als er wat te halen valt na andermans ongeluk. Deze ongenode gast brengt een volgende uitdrukking in het proces: ‘Haar tijd is gekomen.’ – toch de tijd – waarna de bedroefde dieren zich een volgende vraag stellen: wanneer is het hun tijd? Dit wakker schudden zorgt wel dat er actie wordt ondernomen en ze sámen rondom het bijna doorschijnende vuurvliegje staan. Ze zoemen haar een melodietje toe, tillen haar op en dragen haar langs geliefde plaatsen tot het eindpunt de rots. Tijdens het geëmotioneerd spreken pakt Juffer een poot van Vuurvlieg vast. ‘KRAK!

Je ziet als lezer de schrik in het lijfje van de juffer met in één van de poten een poot van Vuurvlieg! De emoties lopen op tot Tor ineens praktisch uit de hoek komt en het pootje op de plaats past waar hij er eentje mist. Vervolgens ontneemt hij Vuurvlieg een vleugel na inspectie op compleetheid en deelt mede dat ze naar de doortastende handige Mier moeten. Het ene dier mist een ledemaat, een andere heeft een slechtwerkende. Mier weet raad en handelt accuraat. Vuurvlieg wordt omlijst met bloemen, er wordt bedankt en nagepraat waarna het leven verdergaat.

De titel van dit tere prentenboek is hoopvol gekozen. Het boek had eenvoudigweg ook ‘het laatste licht’ kunnen heten, het laatste licht dat Vuurvlieg letterlijk uitstraalt. In figuurlijke zin blijft het licht van Vuurvlieg juist branden. Niet alleen haar gedachten, maar ook tastbare ‘onderdelen’ van haar kwetsbare lijfje zijn van grote waarde voor het welzijn en de mobiliteit van twee bevriende gevleugelde insecten.

Een waardevol prentenboek dat tot nadenken stemt, per dubbele pagina een gesprek teweeg kan brengen en grote thema’s aanzwengelt. Vanzelfsprekend zijn dood, verlies en rouw in alle facetten de onderwerpen, maar ook vriendschap, naar elkaar omzien, elkaars eigenschappen waarderen en accepteren terwijl er op een duidelijke en toch ook mooie wijze transplantatie/orgaandonatie ter sprake wordt gebracht.

Er is ruimte voor eigen gedachten en invulling in de rijke poëtische tekst van Tom Marien bij deze niet eenvoudige gebeurtenis. Je leest bijna met ingehouden adem de overwogen en passend gekozen woorden als een troostrijk en ook spannend verhaal. Of je zelf getuige bent van de schilderachtige taferelen die Sassafras de Bruyn zo luisterrijk heeft weergegeven.

Het kunnen voortleven door een ander iets te geven na jouw dood zal bijzondere, indringende of tot nadenken stemmende gesprekken opleveren. Op het moment van handelen rondom de donatie komt er weer leven in het ontstane vacuüm rondom de dood van Vuurvliegje. Er zijn weer meer ideeën dan zorgen, als in ‘hoop doet leven’, neemt ieder op eigen wijze afscheid en brengt een laatste groet aan hun geliefde vliegmaatje.

De illustraties sluiten naadloos aan op de tekst en v.v. Wat een pracht heeft Sassafras de Bruyn hier tentoongesteld aan de jonge kijker maar óók de volwassene die hieruit ook troost kan halen en hoop uit kan putten. De zachte kleuren worden afgewisseld met een enkele meer uitgesprokene als dit de herkenbaarheid ten goede komt, naast het licht en donker dat op de juiste plaatsen een object verlicht of in het donker plaatst. Het vanuit verschillend perspectief weergeven van de scènes is geweldig om te zien. Zo kan het zijn dat je plots levensgroot een mierenkopje of plantenstengels als boomstammen ziet.

Naast woorden en beelden is er ook een lied, ‘Het lied van de Vuurvlieg’ door Jonas Winterland. Het verhaal vanuit het perspectief van Vuurvlieg is te beluisteren via de QR-code boven het colofon en maakt het daarmee een compleet geheel.

Vuurvlieg zal niet uit de gedachten van de vrienden verdwijnen, wel kunnen ze hun leven weer oppakken door het alleen én samen verwerken van dit grote verdriet. Er komt weer meer licht in hun leventje, de maan was al voorzichtig opgekomen en ‘Aan de andere kant van het bos verscheen het eerste licht.
Een boek om stil van te worden, te zijn en bij te staan. Stilte waarin je alle opgedane filosofische bespiegelingen en kunstzinnige uitingen in de realiteit kunt verwerken en toepassen. Prachtige aanrader van jong tot oud. Platen om in te lijsten, woorden die raken.
Sommige reizen maak je nu eenmaal alleen’, zei Uil en hij zuchtte diep.’

Tom Marien, Het eerste licht, illustrator Sassafras de Bruyn, Davidsfond Infodok, 2023, 32 blz., 9789002274695

Eén gedachte over “Tom Marien & Sassafras de Bruyn – Het eerste licht

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *