door Het leuke aaibare kuiken Pip nodigt de lezer in zijn boek: ‘Ik ben Pip en dit is mijn boek. Wat leuk dat jullie er ook zijn. Welkom.’ Maak ook kennis met zijn vriend: Thimotheüs Vanderlange.
Dat deze vriend niet alleen een lange naam heeft, ontdek je al snel. Pip probeert van voor naar achter van onder naar boven, op z’n kop tot ingetrokken buik aan toe om zijn vriend de hond in zijn geheel voor te stellen. Maar Timotheüs moet wel tevoorschijn komen. Pip roept, aait, stelt gerust tot we de neus van Timotheüs zien. Stapje voor stapje laat deze grote vriend van kleine Pip zich zien. Pip gaat met grote precisie te werk. De ladder wordt erbij gehaald om op de rug van vriend te klimmen waarna de gymnastische trukendoos opengaat. Totdat Thimotheüs ten einde raad in dikke letters hem vertelt dat het geheel showen van zijn lijf niet gaat lukken in dit boek. Pip maakt waar wat er wordt gezegd: wie niet groot is moet slim zijn. Het wordt een ‘ons’-boek waardoor Thimotheüs zich helemaal zichzelf voelt. Is er dan ook plaats voor nog een vriend?
In dit boek laat Guido van Genechten weer zien hoe doordacht hij te werk gaat. Ogenschijnlijk eenvoudig is bedrieglijk ingenieus. Vele onderwerpen in taal en emotie komen aan de orde.
Vriendschap en delen, het boek is van Pip en Thimotheüs samen en niet alleen ‘Het boek van Pip’.
De tegenstellingen groot/klein en luid/zacht zijn goed te herleiden, maar ook te zien aan het perspectief en de lettertype. De korte en lange naam geven daarentegen ook een overeenkomst in de grootte van de dieren. De lettergrootte is navenant het geproduceerde geluid, het hardere roepen of blaffen. Let daarbij ook eens op het laaaange roepen van de naam Thimotheüs. Als je aan het schreeuwen bent, doe je vaak je ogen dicht; Pip het kuiken is geen menselijke eigenschap vreemd. Hij doet er alles aan om zijn idee uit te voeren, is dit je zin doordrijven, creatief zijn of reken je dit onder doorzettingsvermogen? Uit alles blijkt dat het belangrijk is om duidelijke aanwijzingen te geven als je in een samenwerking iets wilt bereiken. Een goed bekijken van de dierenogen is een andere activiteit, want hieruit valt veel af te lezen. Is iemand nieuwsgierig, blij, boos, ingespannen bezig, afwachtend? En kijk eens naar de hondensnuit! Of het nog niet voldoende is wat je met dit boek kunt doen, zet vormen, onderscheid zien in wie wat zegt, afstand bepalen en passend meten ook op het lijstje.
Een boek dat zich geweldig leent tot interactie bij het voorlezen. Antwoord geven op de gestelde vragen, mee roepen, over de neus aaien, oplossingen bedenken of samen de bladzijde openvouwen en daardoor met fantasie de vriendenkring uitbreiden. Want BOEM, kan het met overtreffende trap nog groter dan groot? ‘Het boek van Pip’: hoe een klein kuiken een zo groot plezier geeft in de wereld van peuters en kleuters. Ofschoon het voor oudere kinderen ook een uitdaging zal zijn om alle thema’s eruit te halen. Een heerlijk prentenboek met humor dat zorgvuldig is opgebouwd en waarbij een hoeveelheid aan mogelijkheden in minimale fantastische illustraties zijn verwerkt. Een boek over taal en vriendschap. Het boek is van allemaal. Aanrader.
Guido van Genechten, Het boek van Pip, Clavis, 2022, 32 blz., 9789044845488
