Op het internationaal literair festival Crossing Border in november jl. werd Julia Schoch geïnterviewd. Er verscheen een beetje een bedeesde vrouw op het podium, ze verontschuldigde zich voor haar Engels omdat Duits haar moedertaal is en vervolgens ontspon zich een diepgaand gesprek over opgroeien en relaties. Af en toe kwam er een woord Duits tussendoor en dat paste helemaal; Het liefdespaar van de eeuw speelt zich tenslotte af in voormalig DDR-gebied.
De vertelster van het verhaal doet eerst wel voorkomen alsof ze een universele liefdesgeschiedenis opschrijft, maar als lezer zie je dat het toch gebonden is aan een streek. De plek waar zij en haar vriend elkaar voor het eerst tegenkomen, hoe ze tijdens hun studietijd meer denkvrijheid leren kennen, hoe ze daarna op vakantie gaan naar landen die hun grenzen openstellen, meermaals in Parijs komen enz… het “proces” zou niet hetzelfde zijn geweest als ze bijv. in Nederland zouden zijn opgegroeid.
Dat geldt ook voor de tijd; waren ze twintig jaar eerder geboren, hadden ze andere en minder bioscoopfilms bezocht, was er minder sprake geweest van auto rijden en elkaar ophalen van feestjes, dienstreizen naar congressen en de duidelijkste tijdsuiting de sociale media waar de kinderen mee opgroeien.
“Aan de andere kant is het allemaal gegaan zoals het is gegaan. Er bestaat geen andere versie van ons verhaal.”
Nu ik dit opschrijf lijkt het of ik net als de vertelster een denkontwikkeling doormaak. Zij meent in het begin bij hem weg te gaan omdat het een feit is dat ze al te lang bij hem is en niet meer echt van hem houdt (al teruglezend blijkt dat ik het niet letterlijk zie staan, het staat her en der tussen de regels geschreven). Ze heeft te lang het idee van ‘het liefdespaar van de eeuw’ te zijn in stand willen houden; er kwamen kinderen; op verschillende momenten waren er geen redenen om hem te verlaten. Door ontmoetingen met anderen in haar omgeving krijgt ze haast het idee dat het normaal is om te scheiden, dat zij met hem wél uniek is en dat ze als reactie op die anderen maar samen blijven. Want zij zijn het liefdespaar van de eeuw.
De eerste helft van het boek ervaarde ik als anti-reclame voor de liefde en het huwelijk/samenleven (O ja, ze zijn nooit getrouwd, op een gegeven ogenblik “was dat moment gewoon gepasseerd”). De nadruk ligt dan op een sleur van samenzijn na een mooi spetterend begin, of de angst voor de sleur. Ze gaan elkaar zelfs expres dwarszitten – waarom! dacht ik. Het voelde bijna beklemmend. Maar daarna wordt zij milder, blikt ze meer terug op hun jeugd en adolescentie omdat ze gedragingen of het verleden weerspiegeld ziet in de kinderen. Ze ziet hoe ze door de jaren heen dezelfde man met verschillende kanten liefhad, dus misschien in essentie meerdere mannen heeft gehad. Uiteindelijk komt ze tot de conclusie dat het niet zozeer de kwestie is dat ze niet meer van hem houdt, maar eerder dat ze de blinde verliefdheid mist. En daarom gaat ze weg.
Het is een volstrekt uniek verhaal, zowel in manier van vertellen als de kijk op de liefde. “Pas wanneer het is vastgelegd, bestaan wij, alles. De liefde en de verandering daarvan, de hartstocht, de verstarring en de vrolijkheid, onze eenzaamheid en onze toewijding. Dus ongeveer dat wat je een vervuld leven noemt.” Ik ben er nog niet uit of ik dat voornamelijk mooi of treurig vind.
Julia Schoch, Het liefdespaar van de eeuw, vertaling Josephine Rijnaarts, de Arbeiderspers, 238 blz., 2024, 9789029552066.