6 maart 2024

Leo Bormans en Qadir Nadery over De knikkers van Qadir

‘Waar een wil is, is een weg’ 

In De knikkers van Qadir vlucht Qadir Nadery met zijn gezin vanuit Afghanistan. Wat volgt is een gevaarlijke reis naar Europa met acht knikkers uit zijn jeugd als waardevolste bezit. Uiteindelijk belandt hij in België waar hij toevallig onderzoeker en journalist Leo Bormans ontmoet. Samen hebben ze dit boek geschreven, ontstaan vanuit een diepe vriendschap. Onderaan de pagina vind je nieuw binnengekomen informatie over een theatervoorstelling.

We ontmoeten elkaar halverwege onze woonplaatsen in de LocHal te Tilburg, waarin de bibliotheek gevestigd is. Het is, nadat ik het boek gelezen heb, bijzonder om Qadir in het echt te zien, aangezien hij zich ook in Europa nog niet volledig veilig voelt. In Afghanistan wordt zijn volk, de Hazara, gediscrimineerd en vervolgd door de taliban. Ook hier zouden zij hem en zijn gezin nog steeds kwaad kunnen doen. Daarom is Qadir een schuilnaam en komt hij niet op beeld. 

Terug naar het begin: hoe hebben jullie elkaar ontmoet? 
Leo Bormans begint: ‘In mijn dorp kwam een kamp met vijfhonderd vluchtelingen en van tevoren hoorde je al veel protest. Mensen waren bang dat de vluchtelingen hun kinderen lastig zouden vallen. Mijn vrouw en ik gingen kijken: het was stil op straat, alleen Qadir en zijn gezin liepen er rond.’  
Ze doen hun eerste gesprek na: ‘Are you refugees?’ ‘Yes.’ ‘Come, let’s have a cup of coffee.’ 
Leo: ‘We hadden dus een eerste gesprek in het Engels. We verstonden elkaar, want Qadir had onder meer tijdens zijn werk in een militaire basis in Kabul Engels geleerd. Zijn moedertaal is namelijk het Dari, een variant van het Perzisch. Daarna bleven we elkaar spreken en volgde ik hem in de tijd dat hij wachtte op het eerste interview van de dienst Vreemdelingenzaken.’  

Waarom wilden jullie Qadirs verhaal opschrijven? 
Qadir vertelt in het kort over zijn leven: ‘Al mijn hele leven ken ik oorlog. Mijn volk, de Hazara, wordt in Afghanistan gediscrimineerd en vermoord omdat we een sjiitische minderheid zijn. Vrienden en familieleden worden stelselmatig vermoord. Plotseling hoorde ik dat de taliban ook achter mij aanzat, ook omdat ik voor meerdere internationale organisaties heb gewerkt. Via Teheran, Turkije en Griekenland zijn we na drie maanden in België gekomen.’  
Leo neemt het over: ‘Je hoort altijd over de juridische aspecten van een asielbeleid dat “streng maar rechtvaardig” is. De emotionele kant van een vluchtverhaal kende ik niet. Nu zag ik dat Qadir met zijn vrouw en twee jonge dochtertjes anderhalf jaar moest wachten op het eerste officiële gesprek, waarna hij wordt afgerekend op kleine tegenstrijdigheden in plaats van dat de reden tot vluchten in acht wordt genomen. Wie weet na zo’n reis nog precies waar en wanneer hij een Facebook-account heeft aangemaakt? Terwijl hun zoontje stierf tijdens de vlucht. Tot drie keer toe werd het gezin uitgewezen middels lange ambtelijke brieven. Toen besloot ik de stichting “Vrienden van Qadir” op te richten, met de opbrengsten daarvan huurden we een huis en gingen de kinderen naar school. Nee, je kunt niet iedereen zomaar een plaats geven in West-Europa, maar je kunt wel opkomen voor mensen voor wie niet rechtvaardig wordt opgetreden. Ik heb de personen achter een stapel dossiers leren kennen.’ 

Wat hebben jullie van elkaar geleerd? 
Qadir vertelt dat Leo hem nog altijd helpt met Nederlands en de westerse cultuur. ‘Ik heb hier veel dingen voor de eerste keer gezien of meegemaakt. We gingen bijvoorbeeld naar een bibliotheek, dat had ik nog nooit gezien. Wat een rijkdom! Tegelijk zag ik dat er maar weinig mensen waren. Met een boek leer je veel, zoals spreekwoorden. “Waar een wil is, is een weg” vind ik een hele mooie.’ 
Leo vult aan: ‘Qadir had weer andere verhalen, bijvoorbeeld over de Perzische held Rostam, die tegen draken en mythische dieren vecht en met bliksemschichten gooit. Iedereen heeft een beetje Rostam in zich, hij geeft je hoop en kracht. Was het eigenlijk wel toeval dat we elkaar op die dag ontmoetten? Daar raakten als het ware twee bliksemstralen elkaar: we kwamen beiden gedreven door nieuwsgierigheid naar “de ander” ons huis uit. Daarom is De knikkers van Qadir ook een verhaal over noodlot en toeval en hoe je het leven soms kunt sturen.’ 

Qadir, in het boek heb je het over Afghaanse geuren en kleuren zoals saffraan, granaatappels en smaragd. Wat valt je op aan Nederland en België? 
‘Hier is veel natuur en groen! Ik ben zo gewend aan zand, stof en droogte, in de grond groeit er niets. Hier klagen mensen dan over het weer, terwijl regen de natuur laat bloeien. Ik houd ook een volkstuin bij met allerlei groenten: prei, pompoen, paprika, witlof, koriander. De lekkerste ontdekking zijn asperges, zo’n bijzondere groente! Maar het fijnst is dat ik in dit land voor het eerst het gevoel van veiligheid en vertrouwen ervaar. Zelfs voor mij als Hazara is er weer toekomst. Mijn vrouw gaat voor het eerst in haar leven naar school, mijn dochters kunnen plannen maken. In Afghanistan betekende “morgen” steeds weer angst en oorlog. Hier betekent het een toekomst.’  
Leo sluit af: ‘Zijn gezin heeft de gevaarlijke reis overleefd en kan vooruitkijken. Een vriend van hen heeft dat geluk niet gehad en moest terugkeren naar zijn geboortestreek. Qadir voelt het daarom als zijn opdracht te vertellen hoe het er in zijn thuisland aan toe gaat. De doden kunnen het niet vertellen. Ik wil meegeven dat iedereen een menselijke behandeling verdient.’ 

Op http://www.deknikkersvanqadir.com vind je filmpjes en achtergrondinformatie. 

Leo Bormans en Qadir Nadery, De knikkers van Qadir, Lannoo, 2020, 336 blz., 9789401469661.

Dit interview is eerder verschenen in de Militaire Courant.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *