5 maart 2024

Mohana van den Kroonenberg – Ik heb mijn zusje kwijtgemaakt

Kos is een grote broer! De grote broer van Soof. Niet alleen Soofs grote broer om mee te spelen, maar ook is hij grote broer om voor haar te zorgen. Dat mag niet alleen, het moet ook. Soms krijgen Soof en Kos niet genoeg aandacht. Op een dag besluit Kos daarom met Soof verstoppertje te gaan spelen voor papa en mama. Of vooral: Soof verstoppertje te laten spelen, maar Soof is écht verdwenen!

In het boek komt goed naar voren hoe Kos alles doet om de belangstelling te krijgen van zijn moeder. Ze heeft weinig energie en oog voor de zeven maanden oude Suus en de bijna achtjarige Kos. Als mama wél energie heeft, mag dat niet worden verpest door papa. Kos vindt dat het dan zíjn beurt is om haar aan het lachen te maken of samen memory te spelen omdat hij al zoveel doet.

Kos’ moeder heeft vermoedelijk een (postnatale) depressie, de lege blik, waardoor hij veel verantwoordelijkheid op zich neemt. Voor Soof zorgen, Soof vermaken, voor mama zorgen, mama blij maken, stil zijn. Ze heeft ‘al haar vrolijkheid in de baby gestopt’. Door alles hebben zijn ouders minder oog voor hem. Kos moet wachten. Je leest echter dat vader zondermeer zijn best doet om het huishouden draaiende te houden, er te zijn voor een partner die ziek is, zijn zoontje bij een en ander betrekt, Kos iedere avond voorleest uit een alom bekend verhaal over een meisje dat juist heel sterk is. Kos lijkt jaloers op mama, jaloers op papa en jaloers op zijn zusje. Jaloers, door de hang naar aandacht die hij wil en nodig heeft, omdat hij wil dat het goed komt wat moeilijk is voor hem om te geloven. Je leest over een kind dat groot moet zijn, maar vooral nog gewoon kind wil zijn. Een kind dat met zijn speelgoed wil spelen en graag wil dat zijn moeder naar de  voetbalwedstrijden komt kijken.

Het boek is invoelend geschreven vanuit de gedachte- en belevingswereld van de zevenjarige. Het is duidelijk en passend dat hij nog niet alles kan overzien terwijl hij voor de leeftijd wel een groot observeringsvermogen en verantwoordelijkheidsgevoel heeft. Het nog geen onderscheid kunnen maken in emoties is eveneens lastig voor de leeftijd. De korte zinnen, het grotere lettertype, de opmaak met de vele kleurrijke warme illustraties van Nadia Meezen die naadloos aansluiten op de tekst passen bij de leeftijd van zowel Kos als de adviesleeftijd om ‘Zusje kwijtgemaakt’ te lezen. Het is niet onwaarschijnlijk dat kinderen de titel vanzelf inkorten. In de tekst valt meer te lezen dan er letterlijk staat. Voor jongere minder ervaren lezers zal een diepere laag bij zelf lezen er minder snel worden uitgehaald, wat het daarmee ook een bijzonder geschikt voorleesboek maakt.

Het verhaal neemt een wat onrealistische wending zodra Kos aan voorbijgangers vraagt of hij mee naar huis mag en niemand aan de bel trekt, terwijl het wat vreemd is dat een kleine jongen zomaar in het park rondloopt. Je weet echter dat vanuit het kind wordt verteld dus wat is echt en wat is in zijn optiek de realiteit? Dit kind dat niet meer naar huis durft of misschien de weg niet meer weet waardoor je leest over zijn zwerftocht met allerlei ontmoetingen. Dat hij met een vreemde man naar huis gaat, kan uit angst zijn voor de verwachte boosheid van zijn ouders. Kos denkt immers dat zijn zusje echt kwijt is, een zusje waarop zijn ouders zolang hebben gewacht. Of zocht hij minder goed? Deze onbekende man probeert hem wel naar huis te brengen zodra Kos meer op zijn gemak is en dit zelf wil. Dat hij niet naar oma kan omdat ze veel vergeet voegt weinig toe aan het verhaal omdat hierover verder niet wordt gesproken. Vragen als ‘Hoe denk jij dat het zusje thuis is gekomen? of ‘Wat weet jij van een voedselallergie?’ kunnen worden gesteld. Je hoopt dat de lezer de verwijzingen naar de verwerkte boektitels opmerkt of de voorlezer die als volgend goed voorleesboek oppakt.

Kos leert veel deze dag. Het mooiste is wel dat vriendelijkheid niet bestaat uit woorden die je wel of niet begrijpt, maar uit gastvrijheid en vriendelijke ogen. Kos wordt figuurlijk ineens groter dan hij was. In een flits denkt hij zijn vader nog te horen tellen tijdens het verstopspel van Kos. Het spel dat na verstoppen ook een vinden wordt. Van minder aandacht naar de broodnodige omarming die Kos nu krijgt van zijn ouders en gezien worden. Van een eigen huis willen maken om te verdwijnen naar een huis waar iedereen zichtbaar welkom is. Voorlezen vanaf 7 jaar, zelf lezen vanaf 8 á 9 jaar.

Mohana van den Kroonenberg, Ik heb mijn zusje kwijtgemaakt, illustrator Nadia Meezen, De Vier Windstreken, 2023, 150 blz., 9789051169522

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *