11 november 2024

Kristien Dieltiens & Jeska Verstegen – Donsdag

Soms overkomt het je, een verhaal dat ingetogen zacht je herinnert aan toen, je als een boemerang treft met nu. Een boek dat voorrang neemt op andere verhalen door er te zijn.

Donsdag is er één uit de buitencategorie, de enkele exemplaren die je in een boekjaar direct opvallen door sterke titel en veelzeggend beeld op het omslag. Daarna zie je de namen van de makers, niet de minste in boekenland. Zowel Dieltiens als Verstegen ontvingen diverse nominaties en werden resp. bekroond met de Woutertje Pieterse Prijs en de award van de New York Times &The New York Public Library.

Gaston kreeg een klein, geel dotje voor zijn verjaardag, een eend. Geen hond of poes. De voorgestelde hamster was ook geen optie. Fons had er één. Fons was zijn beste vriend, zijn buurjongen – de huizen schouder aan schouder – waarmee hij in de klas zit. Fons die alles lijkt te kunnen en waardoor Gaston ook heel veel kan. Fons die hem nu straal negeert. En toch ‘Hij blijft mijn beste vriend, ook al weet hij het zelf niet.

Het nieuwe vriendje ‘Kun je bevriend zijn met een eend?’ moet een naam hebben. Opa proefde de naam alsof het chocolade was, zo zacht als dons. De vertwijfeling en eenzaamheid klinkt door in gedachten en de vragen die Gaston zichzelf stelt. ‘Mijn nieuwe vriend zei ook niet veel.’

Opa woont bij Gaston en zijn ouders. Hij leert Gaston het eendje te verzorgen en papa belooft hem daarna een hokje te bouwen met buitenruimte erbij. Opa Vik neemt in het huis voor vier personen veel plaats in met ook een kamer voor alle dingen van vroeger, ‘Alles heeft een verhaal.’ Voor het eendje is net nog plaats tussen frituur en wasverzachter. Het eendje dat voor hem vervanging is, tegelijkertijd troost biedt na teleurstelling en verantwoordelijkheidsgevoel laat ontwikkelen. Vragen aan zijn ouders of zij of opa naar het kuiken omkijken hoeft hij niet. De één werkt lang op school, de ander heeft veel klanten in de winkel en de volgende kreeg meer dingen aan zijn hoofd ‘Er zit mooi volk in De Zwaan.’ En dan moet er toch grote ruimte worden gecreëerd voor iets kleins, ‘Een kind dat in het ziekenhuis moest worden gemaakt.’

Gaston voelt zich alleen en niet gezien door papa en mama. Hij ervaart dat ze vergeten dat ze al een kind hebben. Ze roepen alleen zijn naam als er iets moet gebeuren zoals de krant uit de brievenbus halen, ‘Honden kunnen dat ook heel goed.’ Opa Vik vergeet soms wel eens iets maar ‘mij vergat hij nooit.

In de periode erna waarin er zorg is om het ongeboren kindje, heeft de zevenjarige Gaston ook iets om voor te zorgen. Het verzacht enigszins de pijn van het missen van zijn buurvriendje en intussen heeft hij iets ‘van zichzelf’ waardoor hij zelf groeit en ontwikkeling ziet in een groeiproces. Als de eend volwassen is neemt hij stap voor stap afscheid en komt er licht in het verhaal door eerst een vriendinnetje en later zet zijn buurvriendje Fons een grote stap. Beide kinderen voelen aan dat Gaston zachtheid, omarming nodig heeft en durven een stap te zetten in het belang van echte vriendschap. En juist dan staat opa hem op te wachten met een gezicht ‘Alsof hij voor zijn ogen gordijntjes had dichtgedaan.’ Vriendschap, liefde, dons en verdriet komen samen op een ontroerende donsdag.

In het verhaal komen vele onderwerpen in weinig woorden en korte vloeiende zinnen veelzeggend voorbij. In gedachten die bij de leeftijd passen wordt over ruzie en vriendschap verteld. In het schoolgedeelte lees je een synoniem voor eendenkuiken dus pesten, heeft de juf oog voor armoede maar is soms ook dom volgens Gaston, jongens kunnen tenslotte ook met jongens trouwen. Over het achterstevoren kunnen denken, een hele wereld in je hoofd hebben lees je met een glimlach en wordt door de gevoelige, observerende Gaston mooi verbeeld. Het gedeelte over verwachting, verlies en afscheid is van grote impact. Met zorg gekozen woorden en door vergelijkingen te maken met groenten en fruit, maar ook met Fluffy de hamster, is dit behapbaar voor de jonge lezer.

De zo bijzonder treffende illustraties laten je in een doolhof van beelden verdwijnen waarbij diverse gezichten aan vooraf gaan. In houdingen lees je emoties af, hoe mooi is dit om samen te ontdekken. Details als schoenen en een groentebed, een zwarte schaduw of kleuren in de natuur passend bij de seizoenen en daarmee fases van het verhaal of de kleurdraden bij ‘mijn zusje dat er nog niet was. – Ze was overal.’ laten zien hoe Verstegen zich ingeleefd heeft, kán inleven in dit enorm gevoelvolle verhaal.
De ene keer tref je een ingetogen abstracter kleurenpalet, een volgend moment zie en voel je de tekst ‘De pijpen van zijn broek speelden voetbal met de wind’ letterlijk. Het wat verloren beeld van opa en het kuiken op het bankje, opa die niet mag spreken over de Velo, spreekt boekdelen. Zo lieflijk sterk en mooi: klaprozen en veertjes, verdriet met warme lichtheid vermengd. Zo uitbundig kleurrijk en warm: de schutbladen met bloemen die herinneren en niet vergeten.

Een compliment voor vormgever Leen Depooter is op zijn plaats, de veelheid aan illustraties voelen nergens overdadig, het is één geheel van kaft tot kaft.

De titel ‘Donsdag’ is verweven in het gelaagde verhaal op een doordachte maar soepele wijze. Een in alle opzichten prachtig boek dat ontroert, laat glimlachen, inzicht en troost geeft. Dieltiens schildert vederlicht met woorden, Verstegen schrijft oogstrelend met beelden. Verhaalpoëzie in herkenbare thema’s. Dit is echt lezersgoud.

Voorlezen en zelf lezen voor alle leeftijden. Vanaf ong. 7/8 jaar.

Kristien Dieltiens, Donsdag, illustrator Jeska Verstegen, Lannoo, 2024, 88 blz., 9789401408653

Eén gedachte over “Kristien Dieltiens & Jeska Verstegen – Donsdag

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *