Een prentenboek kan alleen al om de omslagillustratie tijden eigenwijs op een plank staan. Gewoon, zomaar, vanzelf, omdat het een zo goed eigenwijs beeld is. De kleuren, die kraaloogjes, de naar binnen staande pootjes.
Eigenwijs of niet, dit ‘Het eigenwijze ei’ moet nu een definitief plekje krijgen in de vorm van een geschreven stuk en daarna op zoek naar een passende plek op plank. Bij de P van Praagman. Of kan het beter staan bij de Z van zoeken of K van kunst & kwaliteit?
Vanuit een groot donker woud langs een door de maan verlichte donkere rivier rolt een ei stenen ontwijkend het verhaal binnen. Totdat: ‘Kijk uit voor die grote…’ Oef… daar botst het ei tegen één van die keien. ‘Au.’ Er is gekraak. Twee pootjes verschijnen. Twee oogjes ook. Het ei gaat eigenwijs stereotiep op zoek: ‘Hallo, ben jij Mama ei?’ Maar, het is rups, waarop Ei zich origineel voorstelt: ‘Ik ben Ei, maar er zit nog een verrassing in mij.’
Er volgen verscheidene dieren die herkenbaar zijn voor een jonger kind waardoor interactie als vanzelf zal ontstaan, want natuurlijk hoort een ei niet bij een koe of schaap. De reis van Ei geeft in weinig woorden of beeld duiding aan begrippen als warm en koud, lijken op, dartelen, wat is zacht of welk geluid een dier voortbrengt. Als de plaat van de moederkloek verschijnt is de verwachting dat Ei zijn of haar thuis heeft gevonden. Maar nee, Kip telt tot vier en mist geen ei. Kan Kip dan echt niet tot vijf tellen, gewoon eentje erbij nemen?
Ei is wat gepikeerd. ‘Nou,’ zegt Ei. ‘Bij mijn mama kan er altijd nog iemand bij.’ Iedereen is welkom. De boze wereld dichtbij huis gaat nog even verder met een enge kraaiende eierdief. Ei weet het zeker ‘Mijn mama is altijd lief.’
In dit verhaal met minimalistische illustraties wordt veel verteld. De moederliefde als universele emotie voor het kind komt tot uiting en duidelijk wordt gemaakt, dat naast moederliefde ook zeker te spreken van ouder- of verzorgerliefde en dat die liefde net zo diep kan gaan. Zonder de twist aan het eind prijs te geven is hier een warme rol weggelegd voor ook de papa’s. Realiteit en fantasie is op een vanzelfsprekende wijze vermengd en met Ei is identificeren mogelijk. Het ei dat dapper zijn ‘mannetje’ staat op de zoektocht langs alle dieren, met of zonder jongen, laat zoals past bij een kind zich omvleugelen om de volgende dag helemaal uit het ei een volgende stap te kunnen zetten.
Het vele, niet overdadige, zit ook in alle begrippen of tegenstellingen die er in zijn verwerkt. Soms wordt iets genoemd, soms is het een combinatie van tekst en plaat. Vanzelfsprekend kunnen ook dieren en hun jongen worden benoemd, hoe ze bewegen of welk geluid zij voortbrengen.
De diverse kleuren zijn zodanig gekozen dat de aandacht uitgaat naar het onderwerp, maar ook steeds weer terug naar de essentie, dat heerlijke eigenwijze ei. Met tekst die zich soepel laat voorlezen en treffende zinnen.
Tip: neem dit prentenboek ook eens op met een beginnende lezer. De tekst is afwisselend dik en dun gedrukt en heeft enkele woorden van vaak één lettergreep of korte zinnen. Heel geschikt voor theaterlezen.
Een tijdloos doordacht prentenboek met een geweldig omslag in contrasterende kleuren als blikvanger en een verrassend terecht einde. Iedere ouder kan zorgen en opvoeden. Hoe meer je kijkt, hoe meer je ontdekt. Over verdwalen, je plek vinden, thuis voelen, plaats hebben, gender en ook groter worden tot passend bij de leeftijd. Voor jong en oud om samen te lezen en waarin een jonger kind met plezier herkennend zelf in zal bladeren. Een prentenboek dat valt onder de noemer kunst & kwaliteit. Aanrader vanaf 3 jaar.
Het eigenwijze ei is een thematitel voor de Kinderboekenweek 2024.
Milja Paagman, Het eigenwijze ei, Leopold, 2022, 32 blz., 9789025883669
Eén gedachte over “Milja Praagman – Het eigenwijze ei”