8 juli 2025

Tiny Fisscher & Marijn van der Wateren – Schipper mag ik over…


Een groot formaat prentenboek met een illustratie die de fantasie prikkelt en een titel die zeer  herkenbaar is van een liedjesspel. Illustrator Marijn van der Wateren had volop ideeën voor beeld, Tiny Fisscher sloot aan met creatieve tekst. Bij een eerste keer bladeren weet je niet waar je eerst moet kijken, zoveel is er te zien. Terug naar het begin: de bever op de titelpagina geeft groen om de aangegeven richting te volgen.

Pijlen zijn door het hele verhaal heen een leidraad in de platen vol fantasie waarin zelden iets zonder reden is neergezet. Er zit wel degelijk een verhaallijn in, zeg maar twee, die vraagt (vragen) om gedetailleerd kijken en ontdekken. Vooral als er na de storm een flinke chaos is opgetreden en alles is ontregeld kom je bijna ogen tekort. Volg daarom de pijlen vanaf het begin: van oorspronkelijke pont (schutbladen!) tot de uitblinkende in originaliteit en van de eerste bever tot de laatste in de badkuip.

Het verhaal heeft een minder stormachtige start dan dat hierboven wordt voorgewend. De schipper, ja die uit het liedje, wordt al jaren gevraagd of hij eenieder kan overvaren. Tegen betaling vanzelf, het is zijn werk. Heen en weer en weer terug. De schipper houdt van structuur, van duidelijkheid en dat heen-en-weer varen kan zonder hulpmiddelen. Pijlen zijn overbodig. Saai is het ook niet als je al je zintuigen inzet en het kleine grootse rondom je ziet.

Maar dan die flinke verwoestende storm. Zijn steiger gaat naar de ‘gallemiezen’, vissen spartelen in de lucht, een bever redt het vege lijf in een zwemband en de pelikaan vliegt met alle winden mee. ‘Pont!’ brult Schipper tegen de storm in’ – de pont vaart op eigen kompas met de wind mee en lijkt nu te worden tot vissenvoer. Of toch niet? Als het licht is zit Schipper met de handen in het haar, zuidwester weg, schoen kwijt, pont zoek. Hoe moet er nu worden overgevaren? Alles is anders.
De hulptroepen komen uit onverwachte hoge hoek, het vliegend levend materieel weet raad zodat vaste pontgangers overgezet kunnen worden. De schipper staat er onthand en zonder doel bij. Het is allemaal lief en aardig maar wat moet hij zonder structuur en bezigheden? En vooral: waar blijven de hulptroepen in het water, de bevers?

Wat Schipper niet kan zien, kan de oplettende kijker in de tweede verhaallijn als het ware als stripverhaal-lezend volgen. Door je op een bepaald object te focussen ontdek je steeds meer, of dat nu onder of boven water is. Er verschijnt weer enige structuur; Schipper is niet de enige die een bepaalde vorm hiervan hanteert.
Details vallen op hun plaats of verschijnen, pijlen zie je terug en hoe langer hoe meer zie je mens- en diertransport behulpzaam zijn naar de ander, alles binnen de grenzen van ieders mogelijkheden. Een staaltje samenwerken ten top zodat een oplossing voor het ene grote probleem, het niet kunnen overvaren, van noodoplossing tot eindsituatie wordt bereikt. Of dat een ideale is, is ter beoordeling aan de gebruikers die er overigens alleszins tevreden mee lijken te zijn. Roeien met de riemen die je hebt en blij zijn met wat er is. Geen vlag in top, dan knoop je toch ballonnen feestelijk vast?

In de tekst zit zowel spreektaal als herhaling van de titel wat levendig voorlezen geeft of waardoor interactie ontstaat. Je komt volop werkwoordsvormen tegen die aan eenzelfde activiteit beeld kunnen geven., bijv. ‘Ze sprokkelden, sleepten, duwden….’, of hoe woorden wordt gegeven aan het tekeer gaan van de storm waarbij je het woord ‘elementen’ kunt introduceren. En zoek ook tegenstellingen. Als je de focus op de tekst legt, merk je op dat zowel zintuigen als emotie op verschillende manieren zijn verwerkt. En ‘Klats! Klabam!’ vliegen er verschillende woorden en begrippen heen en weer waardoor je verwilderd, spoorloos, evengoed als de ochtend aanbreekt knarsend en krakend nog genoeg te bedenken (taart? taart!) na te bespreken hebt. Want welke dieren zie je allemaal en hoe bewegen zij zich? Of welke mensen zie je op de steiger en later terug in een alternatieve overzetvorm? Maar waar is de overkant?

De levendige kleurrijke illustraties vol fantasie geven uren kijkplezier waarbij een enorm enthousiasme als ook het doordachte van gehele opbouw tot in details wordt opgemerkt. Ofschoon de illustraties de hele pagina beslaan wordt het door de gebruikte materialen en de gehanteerde kleuren niet té onoverzichtelijk. Er wordt tenslotte ook richting gegeven door verschillende objecten. De combinatie van waterverf, potlood en ecoline plus collagetechniek geeft dit originele effect. De afzonderlijke scènes lenen zich prima voor een fantastische schrijfopdracht of pak het boek erbij als het thema het weer of vervoer aan bod komt.

Een heerlijk prentenboek vol fantasie en humor waarin samenwerken, herpakken, vertrouwen op en omdenken een plaats hebben in beeld en tekst als door onvoorziene omstandigheden de regelmaat wordt ontwricht en de (passagiers)variabelen als vaste waarden terugkeren. ‘Schipper mag ik over…’ laat ook zien dat een afwijken van duidelijkheid en structuur in sommige vallen best een keertje kan. Een tijdloos kijk- en zoekboek waarvan je er nooit genoeg in huis kunt hebben!

Tiny Fisscher, Schipper mag ik over…, illustrator Marijn van der Wateren, Volt, 2025, 32 blz., 9789021498058

Meer van deze makers op Lezersgoud:
Tiny Fisscher & Herma Starreveld – Vogel is dood
Tiny Fisscher & Pyhai – Kind van de rivier
Tiny Fisscher, Katrin Laureyssens & Eva Neirynck – Wat ik allemaal zou kunnen zeggen
Tiny Fisscher – Sindbad de zeeman
Tiny Fisscher – Dat stomme boek
Mieke van Hooft & Marijn van der Wateren – Hartjes met een kus

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *