Het boek opent met een onbenoemde verteller die een algemene blik werpt op het verhaal in haar geheel, zo lijkt het na herlezing van de proloog nadat de roman uit was. De eerste alinea’s wekten direct een verlangen naar de rest van Het koor van de 300 moordenaressen. Dat het zich afspeelt in Oost-Berlijn haal je alleen uit een woordgroep hier, een zinsnede daar. De Muur of DDR worden nergens bij naam genoemd, net zoals in de levens van de hoofdpersonen veel onbenoemd blijft.
Er is een morele scheidslijn in de wereld getrokken, maar waar die scheidslijn loopt kun je niet zien, de muur van vijfenveertig kilometer die is helder, daar loop je keihard tegenaan, je blijft eraan hangen of je krijgt een kogel door je kop, je weet niet wie je aanspreekt.
Daarna zijn afwisselend Lena en Maksa de verteller. Levenslang vriendinnen, na hun scholen buren en collega’s op dezelfde administratieve afdeling van een vleesfabriek geworden. Hun beide kinderen zijn even oud. Ze reizen dagelijks met de tram, die altijd door de sneeuwhopen gaat (“het is altijd december in deze biotoop”), de geur van bruinkool op straat is niet weg te denken, volksagenten ook niet. Tijdens de boodschappenronde in de koophal heeft Lena angst voor mannen die hen opzichtig afluisteren, Maksa denkt ondertussen aan opdringerige aandacht van de man met vele functies op kantoor.
Zij wordt onder druk gezet om haar man Markus te verraden, zelf zal ze garanties krijgen van de socialistische staat. Markus heeft contact met een tunnelgraafgroep uit het westen. Meerdere mensen mogen meevluchten, ook Lena’s gezin. Terwijl je door de pagina’s meeleest hoe Lena en Maksa ieder onder hun eigen spanning gebukt gaan, neem je het gevoel haast over.
Het gaat mis, de boektitel verraadt dat al bijna. Hoe het hen daarna precies vergaat is iets om zelf te lezen, maar de passages maken indruk. De vrouwen komen elkaar later in elk geval weer tegen in een koor van 300 moordenaressen. Geplaatst in vrouwengevangenis Hohenbrunnen, een fictief oord dat wellicht is gebaseerd op Hoheneck, die als gevolg van een veranderd regime een koor heeft geïnstalleerd. Wraak over verraad, schuld, boete.
De zinnen zijn langer dan gemiddeld, met veel komma’s. Dat hinderde totaal niet. Ze voelen zelfs wat zangerig aan, wat gezien de gebeurtenissen van het laatste deel ineens ook passend is: vorm valt samen met inhoud. Voor mij (nu al) een van de mooiste boeken van 2025!
Willem du Gardijn schreef met Het koor uitstekende Literatuur. Als dit boek geen prijs wint in het komende jaar… moeten we misschien de criteria van al die prijzen onder de loep nemen. 😉
Willem du Gardijn, Het koor van de 300 moordenaressen, Koppernik, 2025, 256 blz., 9789083436159.