‘Een oorlog verandert niet alleen de wereld om je heen, maar ook jezelf.’
Nadat dit verhaal was gelezen waren gedachten niet in Rotterdam hoe gek dat misschien ook klinkt. Of niet. Er projecteerden zich beelden op het netvlies zoals in zinnen uit dit nieuwste boek van Marte Jongbloed: ‘Sommigen hebben handkarren bij zich waar van alles op ligt. Stapels met kleren, een matras, en zelfs een leunstoel.’
Kinderen die verdwaasd rondkijken, niet horen, ‘Ze bewegen hun mond, maar ik hoor niet wat ze zeggen.’, nauwelijks antwoord weten te geven, het geheugen op momenten in de steek laat, geen kleur meer waarnemen, hen ontkennend laten rondlopen in een automatische evenwel realistische overlevingsstand: ‘Ik zoek niemand. Ik weet precies waar ze zijn. Ze zijn daar. Maar ze zijn dus eigenlijk niet meer, denk ik.’ – ‘Daar staat ook niets meer overeind. En wat er nog wel is, staat in brand.’
Dat huidige beelden plaatsmaken voor die van 85 jaar terug is bijna niet aan te ontkomen door alle gebeurtenissen te zien in hedendaagse media. Hoeveel kinderen zouden er apathisch, in angst en in shock rondlopen in landen waar, zacht uitgedrukt, conflicten heersen? Ook bij Joop en Marie, de twee kinderen die centraal staan in ‘1300 bommen in 13 minuten’ zie je deze gevoelens en emoties terug. De twee tieners die naarstig op zoek zijn naar hun familie, bekenden, een plek, hun thuis. Na de verwoesting van de stad Rotterdam op 14 mei 1940 waardoor capitulatie werd afgedwongen was het hart van de stad in één klap weggevaagd. Enkele herkenningspunten geven richting, zoals de beschreven Laurenskerk of:
Ineens zie ik een boom waarvan er geen tweede is, omdat hij heel krom is en er toch elk voorjaar een nest in zit.’ – Mijn huis is weg, en toch is dit waar ik woon.
Soms ook geen herkenning en lopen de twee rondjes langs puinhopen ondertussen anderen helpend. Ze komen bij een tehuis, een brandend ziekenhuis, helpen op hun manier doeltreffend want ieder gezond mens groot en klein steekt vanzelf de handen uit de mouwen. Of Joop, de verteller, spreekt moed in waarbij een leugentje om bestwil soms nodig is. ‘Je moet blijven hopen tot je iets zeker weet’.
Ze stellen zich een doel om een minimaal aantal mensen te redden of te helpen door praktisch handelen, bijv. het bedekken met aarde wat brandt. Door deze vanzelfsprekende behulpzame acties kom je een en ander te weten over de stad, het bombardement zelf en de gevolgen van dat moment. Voor deze ingrijpende gebeurtenis hadden ze elkaar niet eerder ontmoet, ze maken kennis door in flarden te vertellen waar ze woonden, waar ze waren toen het gebeurde, ‘Ik werd verpletterd door de gevel van een gebouw. Maar ik stond net op de plek van een open raam.’, waar ze denken dat familie zal zijn waar zij net niet waren ‘En ik had ook binnen moeten zijn toen het gebeurde. We waren dus allebei bijna dood. Maar op de ene of andere rare manier heeft de stad ons gered.’
De stad die in brand staat, waar ‘dunne zwarte snippers uit de lucht’ dwarrelen, waar nauwelijks adem gehaald kan worden, er sprake is van vuurstorm en spuitlocaties onklaar zijn door hetzelfde bombardement. In terugblikken lees je over voornamelijk Joop en zijn familie waarin een horloge een rol speelt. Joop kreeg zoals velen vroeger als tiener een horloge voor zijn verjaardag. Dat hij dit zelfs begin jaren veertig al had zal ook te maken hebben met sociale klasse en vooral dat het van zijn overleden vader was. Bij Marie thuis was het duidelijk anders valt op te maken uit de tekst en bijv. hoe Joops moeder de wijk noemde waar Marie woonde. Mede ook door het horloge krijg je in een paar woorden informatie over feit en het mentale van Joop op die dag in mei:
Dertien minuten heeft het bombardement geduurd. In die dertien minuten hebben de Duitsers mijn stad verwoest.’ en ‘Dan tuur ik op mijn horloge, maar het lijkt alsof ik geen klok meer kan kijken. Ik zie de wijzers wel, maar ik ben meteen vergeten hoe laat het is.
In de eerste zes bladzijden waarin zowel de aanloop naar als over het bombardement zelf wordt verteld, krijg je als lezer een hoop informatie. Bijna teveel met alle bijvoeglijke naamwoorden en feitjes, waarbij een gedachte aan een extra katern achterin met uitleg voorbijvliegt. Tegelijkertijd mag er het besef zijn dat er enorm veel gebeurde deze 14e mei, met voorafgaand beschietingen en de dreiging die er al heerste. Soms valt ook op dat Joop, soms ook Marie, wijze gedachten heeft voor de leeftijd om het vervolgens weer heerlijk kind eigen over de niet lekkere groente, het ‘groene, slijmerige snot’ te hebben. Het was ook een tijd waarin je noodgedwongen snel ouder in denken werd. Een eerste paar hoofdstukken voorlezen ter inleiding met uitleg en of plattegrond erbij kan een optie zijn waardoor een waardevol gesprek kan ontstaan over passend in tijd en context met daarbij ook gedrag en emotie. De interessante toegevoegde foto’s op de schutbladen zijn hierbij een waardevolle mooie handreiking als ook de informatie onder ‘Wil je meer weten?’. De sfeervolle doorlopende omslagillustratie van Marieke Nelissen bevat details die treffend zijn in het verhaal. Met het boek in de hand zou je zomaar een wandeling door dit gedeelte van de stad kunnen maken.
Uit het verhaal spreekt ook de tijdgeest waarin je bijv. iedereen met ‘u’ aansprak of waar er nog minder vervoer was en op dat moment vanzelf alles te voet ging. Gebruiksvoorwerpen als bijv. het petroleumstel of het getekende florijn-teken geven mede het tijdsbeeld aan. Verschillende feiten kunnen aanleiding zijn tot verdieping. Denk bijv. aan het verschil tussen Nederlandse en Duitse tijd en t.a.v. huidige tijd, waarom Rotterdam als stad belangrijk was voor inname, hoe vuurstorm ontstaat, hoe de situatie is m.b.t. regering en staatshoofd, hoe de nutsvoorzieningen werkten t.o.v. nu, het belang van juiste communicatie met een wat als en wat capituleren precies inhoudt of uitbreiding met wat erna kwam.
In ‘1300 bommen in 13 minuten’ zijn vele uitdrukkingen verwerkt en beeldende taal als ‘lege ramen met holle ogen’, als ook de eerder genoemde emoties of hoe iemand bijv. kordaat in een situatie kan reageren of dat iemand zich verliest in details zoals de overbuurvrouw van Joop.
Wat hebben gewone mensen en onschuldige dieren hiermee te maken?
In eerder verschenen boeken ‘Een aap op de wc’ van Joukje Akveld en ‘Bommen op ons huis’ van Martine Letterie wordt ook over het bombardement geschreven. De gebeurtenissen m.b.t. de Diergaarde (Blijdorp) is gedeeltelijk in dit verhaal verwerkt. De vraag kan worden gesteld of heel Nederland gecapituleerd was nadat het bombardement op Rotterdam had plaatsgevonden en in dat verband een naam wordt genoemd die je ook kunt tegenkomen in het onlangs verschenen ‘Wij woonden hier‘ van Martine Letterie.
Je pakt bijna vanzelf na het lezen van ‘1300 bommen in 13 minuten’ de twee achterin genoemde titels op om meer te weten te komen. Je krijgt dan informatie rondom de toenmalige locatie van de dierentuin, een bijna vergeten slag en nog een bombardement een paar meidagen later in 1940 en evt. kan een latere slag in 1944 ter sprake komen. Gebeurtenissen waarbij meerdere nationaliteiten betrokken waren dan de Nederlandse en Duitse, maar ook de vraag kan worden gesteld wat het verschil in deze bombardementen is en voor nog meer verdieping waarom bepaalde locaties belangrijk zijn.
Dit boek bevat veel in meerdere opzichten voor een lezer vanaf ong. 10 jaar in relatief weinig bladzijden. Voor de goede lezer is het echter behapbaar geschreven zonder feit en emotie uit de weg te gaan. Het kan niet anders dan dat Joop en Marie op hun tocht omgekomen mensen tegenkomen, dit wordt aangeduid met bijv. ‘Onderweg zien we soms mensen liggen.’ Gevolgd door een actie waar de aandacht van de jonge lezer direct naartoe wordt getrokken. Acties waarbij zelfs plaats is voor een sprankje hoop of een glimlach. Tijdens het lezen over de zoektocht door de stad sluit je net als Joop bij wijze van spreken direct het jonge katje in je armen en deel je de hoop dat hij dat met zijn verdwenen familie ook kan doen. Hoop doet leven staat ergens genoemd, toch wordt de vraag terecht gesteld:
Bestaan wij dan nog wel, als alles waar we mee kunnen bewijzen wie we zijn, is verdwenen?
‘1300 bommen in 13 minuten’ is een verhaal over de geschiedenis van toen dat helaas feilloos in emotie en gebeurtenis naar de realiteit van het heden kan worden verplaatst.
Marte Jongbloed, 1300 bommen in 13 minuten, illustrator Marieke Nelissen, Luitingh-Sijthoff, 2025, 113 blz., 9789021053523
Meer geschiedenisverhalen van Marte Jongbloed:
Marte Jongbloed – Gevaarlijk water
Marte Jongbloed – Gevangen in de stad
Marte Jongbloed – Mijn vader in de mottenballen (De oorlog van mijn vader)
natuurlijk staat deze titel ook in het overzicht: https://lezersgoud.nl/overzicht-tweede-wereldoorlogboeken/