‘Gewoon, maar even naar het strand,
schelpen zoeken, banjeren’ *)
Bij zee wonen is vaak ‘gewoon’ even kijken hoe ze reageert en welke kleur ze heeft, hoe de lucht erboven zich beweegt of hoe de zee ‘zijn zoute golven op de keien’ slaat onderaan de dijk. Gewoon er even zijn. Soms om wat te vinden.
De zee waar je kijkt naar of droomt ‘van een mooie overkant’. Aan zee waar je bij een wind die ‘bulderde en gierde’ en een zee als een ‘dol geworden hond’ ‘die angst voor wat kan komen’ kan laten verdwijnen.
De zee die voor velen een mooi-weer-locatie in vakantietijden is, is voor degenen die er wonen en of opgroeiden een plaats van vaak tot dagelijks terugkeren. De zee waardoor er lucht in het hoofd komt, het relativerende en letterlijk ruimte ervaren. En de zee die door combinatie van weidsheid en elementen als dagelijks weerkompas functioneert.
Uit veel in deze bundel spreekt dit gevoel en het ingebakken automatisme van ‘even op de dijk of duin kijken, een rondje boulevard doen’, het even bij het water staan zoals in ‘Vroeger of later’. Niet vreemd als je weet dat Marco Kunst aan zee is opgegroeid, als ook de filosofische inslag die je tegen kunt komen en vast als vanzelf door studie / interesse erin is verwerkt.
De gedichten krijgen een extra laag door de vloeiende vormen in de illustraties van Jeska Verstegen. Illustraties die met gebruik van enkel rood, blauw, zwart en wit door compositie en materiaalinzet een compleet kleurenpalet tonen. Zo soepel de lijnen als weer het ‘vanzelf’ rondom de gedichten golven, raken de woorden nog meer, krijgen juist die diepere betekenis of een spontane glimlach door herkenning. ‘Een kei’, de ‘in- en intevreden kiezel‘ wordt heel anders door de rode ondergaande zon, je hoort ‘m plonsen en ziet ‘m verdwijnend kringen maken. De meeuw hoor en zie je bij de ‘Duinen’ ‘Eindeloos’ zwevend krijsen, als het ware ‘varen op de wind’. Overigens zie je jezelf staan op Valkenisse:
‘Van op het duin zie je de zee, grijs en log, daar ver benee’ (..)
‘Van op het duin zie je de wegen, bochtig door het land bewegen, groene velden, akkers, tuinen, al dat land omhelsd door duinen.’
De natuurlijke samensmelting van woord en beeld valt op. Een erg geslaagde, bijna niet uit te leggen, is de illustratie bij ‘De rand’. Wat een verbeelding en zeggingskracht. Het gedicht zelf mag worden ingelijst.
De titel zegt al dat de zee niet écht alles is. Het bijna is voor ieder persoonlijk anders uit te leggen. Het zwaarmoedige dat kan doorklinken in ‘de zee die neemt, de zee die geeft’ zie je in emotie en de elementen bijv. verbeeld bij ‘Het tij’, de ‘vrouw is blijven wachten’ waarna een kleine relativering, maar de zware steen op de maag blijft want ‘Vanavond dan vertrekt hij weer, bij het keren van het tij.’ – Een gebezigde uitdrukking is niet voor niets: de zee is soms je vriend, soms je vijand.
Soms is een dag gewoon klaar om afgesloten te worden als ‘het laatste licht hangt boven zee‘, er enig vage spijt blijft hangen door ’t leven. Dat zo saamhorig bij elkaar zijn van toen, die gouden avonden op het strand bij een vuurtje aan een kabbelende zee. ‘Geen spijt’, ook eentje voor een kadertje erom.
De gedichten kennen een afwisseling in toon en emotie. Het melancholische is nauwelijks aan te ontkomen, een ietwat sombere wordt opgevolgd door een grappige, lees bijv. ‘De sprot’ die intussen een heerlijk cabaretesk tintje in zich heeft.
Een fantastische is ‘Voorbij de zee’ die met de beginzinnen: ‘Voorbij de zee daar ligt een strand / van heel fijn warm zacht schelpenzand…’ al een opening is voor een schrijfopdracht en eindigt met ‘en geniet voor onbepaalde duur / van je eigen avontuur.’ waardoor je letterlijk weg kan dromen. Deed je dat nog niet, dan geeft de illustratie volop mogelijkheden tot sprookgedachten. Of blader hiervoor even verder naar ‘Water is water’ waar je echt wel een échte Jeska Verstegen ontmoet.
In de verantwoording schrijft Marco Kunst dat de oorsprong van vier gedichten ligt in andere die met titel en maker ernaast zijn opgesomd. Je kunt dit bij drie al opmerken door cursief gedrukte coupletten. Het stoort niet, het vult aan en maakt compleet, want wat Kunst ook schrijft: ‘probeerde sfeer, gevoel en enkele beelden te behouden.’ Missie geslaagd.
Niet alle gedichten zullen ieder direct aanspreken of gelijk door elke leeftijd kunnen worden begrepen. Of je merkt op dat een bepaalde zin in jouw optiek niet loopt, een woord niet pakt. Gedichten vragen nu eenmaal om herlezing waardoor het geschrevene gaat leven op de manier zoals bedoeld of totdat de lezer de bedoeling door gelaagdheid tot zich kan nemen en voor zichzelf kan interpreteren. Of lees voor, zowel voor kinderen vanaf een jaar of 10 of oudere volwassene. Een leuke om te vragen: is het haar of zijn golven, hoe voelt dat voor jou? Of zie jij meer dan een golf in bijv. de illustratie bij ‘Meisje van de zee’?
Gedichten schrijven is gelijk illustreren tenslotte een persoonlijk proces, ambachtelijk werk. Hoe mooi komt dit bijeen in ‘De zee is bijna alles’. De bijzondere samenwerking tussen Kunst en Verstegen resulteerde in een Gouden Penseel voor ‘Het touw van de waarheid’ dat ook werd genomineerd voor de Woutertje Pieterse Prijs 2024. Kunst ontving eerder een Zilveren Griffel voor ‘Patroon’ en werd ook hiermee genomineerd voor de Woutertje Pieterse Prijs en De Boon. Onlangs ontving Jeska Verstegen een Zilveren Penseel voor het zo kwetsbaar mooie ‘Donsdag’, tekst Kristien Deltiens, naast eerder de buitenlandse nominaties en award voor ‘Beer is nooit alleen’.
‘De zee is bijna alles’ is een veelzeggende dichtbundel met zorgvuldig gekozen woorden over de elementen en het leven in vele facetten – van verlangen tot afscheid nemen, omgeven door beelden die je meenemen naar of laten wegdromen van de werkelijkheid op golven van fantasie.
Dat woord en beeld zo naadloos op elkaar aansluiten is tamelijk uniek te noemen. Zowel de zwaarte als de lichtheid wordt subliem weergegeven in de omslagillustratie. De magnetische aantrekkingskracht van ‘De zee die bijna alles is’, komt op bijzonder treffende wijze tot uiting in deze luisterrijke bundel. Daarbij mag de zorgvuldige vormgeving en de papierkeuze niet onopgemerkt blijven.
‘Er zat een meisje in mijn klas
dat in zee geboren was.
Ze rook naar wier en strand en zon,
en jongen, zwémmen dat ze kon!
En ik?’
Pak die bundel even op als je aan zee komt, of er bijna bent, en lees alles verder. Tijdloos en voor veel leeftijden.
Marco Kunst, De zee is bijna alles, illustrator Jeska Verstegen, Lemniscaat, 2025, 41 blz., 9789047717461
Meer van deze makers op Lezersgoud:
Jeska Verstegen – Jet wil veel
Jeska Verstegen – Ik zal je bewaren
Marc Veerkamp & Jeska Verstegen – Beer is nooit alleen
Paul Biegel & Jeska Verstegen – Pak ‘m bij zijn staart!
Kristien Dieltiens & Jeska Verstegen – Donsdag
Yorick Goldewijk & Jeska Verstegen – De boom die een wereld was
Yvonne de Vries & Jeska Verstegen – Hier zijn Ari en Loek
Govert Schilling & Jeska Verstegen – Saar en Bram op zoek naar de Ster
Yvonne de Vries & Jeska Verstegen – Ari en Loek krijgen een wolf
Bibi Dumon Tak, Jan Paul Schutten, Arend van Dam – Avonturen onder het maaiveld
Diederik van Vleuten – Het kerstavontuur van Ebenezer Scrooge
Marco Kunst – Patroon
Marco Kunst – Offline
Marco Kunst – Vuile handen
Marco Kunst – Het verwoeste eiland
Marco Kunst – De macht van Algas
*) de woorden in de eerste alinea zijn overgenomen uit het gedicht ‘Storm’.